Nieuwe Verhandeling van de Venus-Ziekten

In welke, na dat men getoont heeft, dat de gewoone wyze van genesen, zeer gevaarlyk, twyffelagtig en swaar is; een andere veel gemakkelyker en veel zekerder wert voorgestelt

II. Geschil. Of een man of vrouw, die de Pokken hebben, kinderen konnen krygen, die zonder de Pokken zyn.

DOor het eerste vraag-geschil bevind men dat men de Pokken kan hebben, zonder dat het

[p. 121]

bloed besmet is, alzoo het zig op een of meer plaatsen des Lighaams ontlast heeft, en in dat geval konnen daar kinderen geboren werden, die geen Pokken hebben, alzoo de slag-aderen na de teel ballen de stoffe des zaads brengen: dese gedagte steunt op de reden, en d’ondervinding bevestigd het dagelyks, want men siet zeer gezonde kinderen geboren werden van Ouders die met de Pokken behebt zyn; en sulx is seer waarschynelyk, dat het gansche bloed met een pokkige gist besmet is, dat egter de stoffe des zaads, niet kan bedorven zyn: gelyk als wanneer by voorbeeld dese gist nog vry vast is, of niet overal op eenderlei wyse gemengt want de stoffe des zaads, welke ’t suiverste en vol-geesttigste des bloeds is, kan afgescheiden zyn, zonder eenig gedeeltie van de Pokkige gist met zig te slepen: daarom ziet men dagelijjks dat d’Ouders met veele andere ziekten behebt zyn, dat zy gesonde kinderen voort-brengen, en die ziekten niet onderhavig zyn. ^b

b Alzoo het mannelyke zaad uit gyl geboren werd, en met het bloed nog niet vereenigd is geweest, konnen daar gesonde kinderen geboren werden; te meer, alsoo het voedsel der vrugt in de baarmoeder, niet door bloed geschied, maar door de gyl; hier by komt dat maar ’t een ofte ’t ander deel besmet kan zyn, en niet het bloed: want zoo het bloed zoo besmet was, souden daar pokkige kinderen moeten voort-komen; even als de kinderen die bekomen, wanneer zy de borsten der Pokkige gezogen hebben.