Nieuwe Verhandeling van de Venus-Ziekten
(1700)–Gervais Ucay– AuteursrechtvrijIn welke, na dat men getoont heeft, dat de gewoone wyze van genesen, zeer gevaarlyk, twyffelagtig en swaar is; een andere veel gemakkelyker en veel zekerder wert voorgestelt
[pagina 119]
| |
I. Geschil. Hoe het komt dat de pokken langen tyd in het Lighaam konnen verborgen blyven, zonder eenig ongemak te veroorsaken, of daar met alle de teikenen koomt te verschynen.WY hebben nu het vierde Hoofd-stuk laten zien, dat de gewoonlyke voortgang van de Pokkige gist afhangt van een aankleving aan de buitenste deelen, die het ontfangt, en van daaraan het gansche bloed gemeen gemaakt werd, en dat door middel van een gisting, welke zig vermeerdert, veranderende de naast gelege deelen in zyn eigen aart, en wanneer het gansche bloed daar mede besmet is, werd het selvige, het geheele Lighaam over gebragt, door middel van de slag-aderen, maar alzoo de genees-middelen van ymand die de pokken heeft, het bloed door een opgisting suiveren, alwaar de natuur nog beter werkt door een geduirige opbruising, soo gebeurt het menigmaals, dat een klein gedeelte van dese Pokkige gist, gelyk als in eenig deel des Lighaams is neer gestooten, welke deel meer gestelt is om dat t’ontfangen, dan het andere, gelyk men dat in vloeyinge ofte fluxien ziet, en dese gist zyn beweginge verloren hebbende, blyft daar vast, en als in de slaap, ontfangende van el- | |
[pagina 120]
| |
ders geene werkinge,om dat de selvige zoo weinig is, zoo dat de selvige daar wel tien Jaren, ja tot dertig toe kan verblyven, zonder eenig teeken van zyn tegen-woordigheid te toonen, tot dat een bysondere oorsaak komt, die het aan het woeden helpt, ofte van een vreemde of natuurlyke hitte werd aangevoert, zoo komt het tot die staat om de naast aan gelegene deelen te verderven, en die wederom andere, totdat eindelyk het bloed selfs besmet werd: dit nu het gansche Lighaam om gevoert werdende, brengt dan sulke vreeselyke toevallen by, aan ymand, die zig onder de straf der Pokken bevind, zonder daar in een lange reeks van jaren af geweten te hebben. Ga naar margenoota |
|