Nieuwe Verhandeling van de Venus-Ziekten
(1700)–Gervais Ucay– AuteursrechtvrijIn welke, na dat men getoont heeft, dat de gewoone wyze van genesen, zeer gevaarlyk, twyffelagtig en swaar is; een andere veel gemakkelyker en veel zekerder wert voorgestelt
[pagina 46]
| |
VII. Hooft-stuk. Van de voorsegginge der Pokken.NA het gene wy in het voorgaande Hoofd-stuk gesegt hebben, sal men niet qualyk doen, om de voorsegginge der Pokken voor te stellen, want na dat men heeft ondersogt, of de Pokken door geboorte syn herkomstig, welke groote moejelykheid baren om te genesen; of na de geboorte behaalt, waar by swarigheid konnen komen aangaande de gesteltheid des Lighaams, des ouderdoms, en soo voorts; en wanneer men overweegt de verscheide trappen, waar van wy in het vierde Hoofd-stuk hebben gesproken, soo sal men seer gemakkelyk konnen oordeelen, dat de genesinge seer beswaart is, wanneer de Pokken in het Lighaam syn ingewortelt; want de laatste graad is, wanneer de beenderen werden doorknaagt, en dit is wel de alderswaartste, voornamelyk soo het bekkeneel opgegeten werd, als mede de beenen der neus: ik segge dan, dat die soo beswaarlyk te genesen is, dat men sig niet moet verlaten op het enkele gebruik van quik-pilletjes: de vryvinge is gemeenlyk ondienstig, alsoo de quik gemeenlyk niet tot de been-vretinge doordringt om de Pokkige gist, welke in die deelen is blyven hangen, te vernielen, of weg te nemen. Ik weet door ervarentheid, dat het de sekerste weg is, om dese soort van Pokken door rooken te genesen, de welke tot de been-vreting door kan dringen: maar alsoo dese wyse wat gevaarlyk is, en een quaad gevolg kon hebben, | |
[pagina 47]
| |
derhalven behoeft men die niet in ’t werk te stellen, hier van sullen wy in het Hoofd-stuk van de genesinge spreken. De Pokken syn gemeenlyk geen sterfelyke siekten, want heeft Luiden gesien, diese dertig Jaren en langer hebben gehad, en wanneer sy sterven, is soo seer niet van dese ziekte, als wel door andere, welke door de wanschikkelykheid des Pokkigen gist verwekt syn, die de vogten soo sterk bederft, dat sy de voedinge, en d’andere bedieningen des Lighaams beletten, of dat sy eenig edel deel innemen, het selvige bederft, en dat op een wyse, die niet te herstellen is, en dan is het sterven onvermydelyk. Het gebeurt seer dikwyls, dat veele ziekten zig tot de grond niet laten uitroejen, uit oorsake van oneindige gesteltheden, d’eene weet niet waar van het sig sal laten genesen, d’andere brengt het syn gelegentheid of besigheid niet mede, wederom andere die door de genees-kundige misleid syn, die haar hier niet op verstaan, of sy het al verstaan, soo gebeurt het dat sy dikwyls bedrogen werden, al waren het de verstandigste des Waerelds; want de Pokken syn somtyds soo verborgen, dat het onmogelyk is, die te kennen, alsoo daar soo veel omstandigheden syn: daar syn Lighamen, welkers gesteltheden soo bysonderlyk syn, dat de quik-middelen hare uitwerkingen niet langer doen, die men daar van verwagten moest, wegens de verhoedinge en andere overleggingen, die men soude konnen nemen. Die gene welke over dese stoffen oeffenen, weten, dat men niet altyd op eene reis geneest, voornamelyk die gene welke door het smeeren genesen, ik heb een groot getal Volks gehad, die ik door het stryken nooit heb laten quylen: | |
[pagina 48]
| |
het is wel waar dat men heden van gedagten is, dat als de swarigheden ontmoeten eenige giften van soete quik ingeeft, op dat de speeksel buizen mogten beginnen, geopend te werden. Ik wil geern dat het quylen seer gemakkelyk toegaat door het middel van stryken, en op die wyse kan men versekert syn, dat’er quik-silvers genoeg binnen in het Lighaam geraakt, om een behoorlyke quyling te verwekken: en als dit te veel in het Lighaam geraakt; ontstaat daar een stikking in de keel, of eenig ander onheil, dat erger is, dan de ziekte selfs. Ga naar margenootg Ik houde voor vast, dat het onmogelyk is, daar regt-matig in te gaan, alsoo, gelyk wy in het Hoofd-stuk van de genesinge sullen seggen, dit van de gesteltheid des huids afhangt, die in d’eene seer gesloten is, en in d’andere vry los van weefsel, soo dat door d’eene meer quik die onder de sal gemengt is, dan door d’andere kan doordringen: weshalven men wel moet toesien, soo men de Regulen wel in agt sal nemen. Hierom gebeurt het veeltyds door een deser misslagen, die ik nu beschryven sal, dat de Pokken niet genesen werden, maar alleen de toevallen, en dat ’er in het Lighaam nog eenige Pokkige gist verblyve, welke door verloop van tyd sig daar huisvest, en sig onder de vogten verwart; en dat soodanig, dat’er in vervolg van | |
[pagina 49]
| |
tyd soo veel ongemakken geboren werden, welke geensins na de Pokken gelykenen, alhoewel die nogtens de ware oorsprong syn. Hier door komen soo veel erf-siekten, soo veel krop-sweeren, ofte dikke klieren aan den Hals, soo veel verouderde sweeren, soo veel flerecyn, ofte gevrigt-pynen en vloejing-pynen, (Rheumatismus) soo veel witte-vloed der Vrouwen, en om met een woord te seggen, hier komen de meeste ziekten van daan, welke men in de familien siet, en die seer qualyk door de gemeene weg gehandelt werden, alsoo sy de bron, Fontein of oorspronk niet weten, en de genees-kundige dikmaals den oorsprong niet derven ondersoeken. |
|