Nieuwe Verhandeling van de Venus-Ziekten
(1700)–Gervais Ucay– AuteursrechtvrijIn welke, na dat men getoont heeft, dat de gewoone wyze van genesen, zeer gevaarlyk, twyffelagtig en swaar is; een andere veel gemakkelyker en veel zekerder wert voorgestelt
[pagina 35]
| |
VI. Hoofd-stuk. Van de teikenen der Pokken, en het bestuur, dat men moet waarnemen om niemand te bedriegen, ofte om selfs niet te bedriegen.HEt is somtyds seer gemakelijk de Pokken te kennen, voornamelyk wanneer men wat ervaring heeft: maar het gebeurt somwylen, dat de teikenen soo duister sijn, en soo dubbelsinnig, dat sy seer beswaart en veeltyds onmogelijk te bekennen sijn, ja selfs by persoonen van verstand en ervarentheid. Ga naar margenootb En hier uit ontstaan soo veel bedriegeryen; want die gene welke ondernemen diergelyke qualen te genesen, sijn over al in soo grooten getal, dat de minste baard-schrabber sig onderneemt te seggen, dat hy in die konst wel Ga naar margenootc afge- | |
[pagina 36]
| |
rigt is; derhalven moet men besluiten, dat tegens een verstandig man wegens dese stoffe, een oneindig getal weet-nieten en onkundige grootsprekers sijn; daar is mede een groote menigte van een ander slag van bedriegers, die haar gewin tot alle dingen bestuuren, en om wat geld te winnen, soo seggen sy aan een yder die haar maar voorkomt, dat sy de Pokken hebben, en om haar onder handen te krygen rigten sy duisend bedriegeryen aan, onwaardig het ampt van die een eerlyk man wil sijn, die liever van honger wil sterven, of liever geen stuiver al syn leven winnen, als onder sulx slag van bedriegers gerekend te werden. De zieken onkundig synde van haren staat, die sig door schaamte niet derven verklaren aan die gene welke haar de behulpsame hand konnen bieden, staan onnoosel voor sulke weet-nieten ofte liever eer-schenders. Ik wil dit gansche Hoofd stuk door, en ook overal, daar ik hier van gewaag vaste en onwankelbare regelen stellen om de Pokken t’onderscheiden, op dat d’onkundige mogen leeren kennen, en bequame raad mogen geven aan die gene welke met de Pokken besmet syn, om d’onwetende, die sig met bedrïegerien behelpen te myden. Een Druipert is in een man niet beswaarlyk te kennen; maar in een vrouw is het wat moeyelijker; wy sullen in een hoofd-stuk daar voordagtelijk van handelen; wy sullen de lang wyligheid, en de weder-herhalingen myden, waarna toe wy dan den leser senden. Wy syn van meining mede van de las-geswellen ofte klap-ooren te handelen; en dat yder op syn plaats. | |
[pagina 37]
| |
En wat aangaat de Chanker, ofte spaanse kraag, aangesien synde als een bysondere pok, daar van sullen wy mede in een hoofd-stuk alleen met voordagt verhandelen, dat men kan lesen, die wel te leeren kennen. Ik stel ook vast dat men onderscheid kan maken tusschen de bysondere Pokken en tusschen d’algemeene, het welke wy in het vierde Hoofd-stuk van dese verhandelinge geleert hebben; alwaar wy mede de verscheide graden of trappen der Pokken beschryven, die ik aldaar na myn sin, wel hebbe verklaart, en sulx, op dat niemand mogte bedrogen werden, waarnemende dat men in een twyffelagtige saak, altyd eenige middelen, tot voorkominge moet gebruiken, aangesien die de zieke geensins schaden kan- By voorbeeld sekere soogster ofte minne, gaf seker kind, dat met Pokken besmet was te suigen, waar op sy een chanker aan de tepel kreeg, die sy eenige tyd had sonder daar van kennisse te hebben, of daar sorg voor te dragen: men had dan hier geen sekere teikenen, als dese chanker, die het gansche bloed besmette; evenwel alsoo het qualijk soude syn, dat eenige deeltjes dier gist in het bloed souden ontvonken, soo gebied de voorsigtigheid, dat men behalven een genesinge in ’t bysonder, welke men aan de chanker doet, eenige middelen, om het bloed te suiveren, beveelt te gebruiken, gelyk als wanneer men somtyds de soet-gemaakte quik ingeeft, met eenige behoorlyke buik suiveringen, na de gesteltheid des Lighaams, ofte een schrale levens-regel: ook sullen wy eindelyk in dat Hoofd-stuk van d’algemeene genesinge spreken, en daar by van de chanker. | |
[pagina 38]
| |
Dit zy dan een regel die seer bescheidentlyk op de reden steunt, aangaande de bysondere genesinge der Pokken, dat is, welke alleen in eenig deel syn. Gelyk als men dan de middelen tot voorkominge niet moet versuimen, om het bloed te zuiveren, dat alreeds eenige Pokkige gist ontfangen heeft, terwyle men de noodige middelen aanwend tot het Pokkige deel: soo behoeft men niet te komen tot de groote middelen, zoo lange men geen vaste teekenen heeft van algemeene Pokken. Ik noemde groote midden, welke het quylen verwekken, welke ik meine de natuurlykse te wesen, en de aldertoegeeigenste om de algemeene Pokken te genesen. Siet hier dan de regelen voor de algemeene Pokken. Wanneer daar een groot getal teikenen syn, als Chankers, Druipers, nagt-pynen, kalk-builen, klier-geswellen, schurft, kankeragtige sweeren, en andere opgehaalde toevallen, die wy in de beschryvinge der Pokken gemeld hebben in ’t tweede hoofd-stuk, waar in ’t men ten minsten kan afmeten dat het de Pokken zyn Soo daar een Chanker is en een las-buil, komende d’eene na d’andere, is een teiken van d’algemeene Pokken zynde het geheele Lighaam door, want men siet wel dat dit niet geschieden kan, ten sy het gansche bloed sy besmet, gelijk als wy in het vierde hoofd-stuk hebben gesegt. Men kan ook het selvige seggen, wanneer daar een druppert en een Chankert is, of een Druipert met een las-geswel. | |
[pagina 39]
| |
Wanneer een Chankert, Druiper ofte las-geswel, sig vergeselschapt vind met eenig ander teiken, dat daar by komt, gelyk als van eenige kalk-buil, klier-geswellen, pynen schurftheid, vuile natte schurft, been-brekingen, soo is ’t een teeken van Pokken des gansche Lighaams. En wanneer een Chanker, Druipert, of, las-geswel niet tegenwoordig sijn, zoo schynt die veronagtsaamt te zyn, of niet wel opgepast, wanneer daar eenige toevallen by komen, als pynen, en voornamelyk op het midden der armen en der beenen, de kalk-builen, groote schurft, die van de gemeene afwykt, en boven al soo die op het hoofd koomt, of eenige vuile sweringe, sonder eenige uiterlyke oorsaak, soo mag men wel denken dat dit de Pokken syn. Maar egter een vrouw kan de witte-vloed hebben, die men voor een vuilaardige zaad-vloed soude aansien en op die zelvige tyd ook pynen, waar door dit geen gevolg der Pokken soude konnen zyn, derhalven moet men in soodanige voorvallen zeer voorsigtig sijn, en lesen onse verhandelinge, die wy wel haast van den Druipert sullen beschryven. So ymand een Chanker op geheime plaatsen heeft, of aan de tepels, of elders die opgedroogt is, of van selfs, of door eenig middelen, en dat dese Chanker weder op-breekt op de selfde plaats, sonder eenige blykelijke oorsaak, en dat na een ruime tyd, soo heeft men regt om te gelooven, dat de Pokken reeds tot in het bloed syn doorgedrongen; maar zoo ’er dan nog een Chanker op een andere plaats zig vertoont, niet verre van daan daar d’eerste geweest is, zoo twyffelt men aan de saak niet. | |
[pagina 40]
| |
Wanneer het Lighaam met puisten bedekt is, en dese puisten in Chankers veranderen, dat is te seggen in ronde sweertjes, welkers lippen ofte randen wat hard sijn, en in ’t midden wit, of gelyk als men segt, gelykende na een veld-hoen, soo heeft men geen andere bewysen van doen, om te versekeren dat het Pokken zyn. De pynen alleen, en vooral in het midden der ledematen, of de kalk-builen, of de schurft op ’t hood, welke opborrelen, na dat men met een besmet mensch te doen gehad heeft, sijn teikenen der Pokken. So de pynen, in de gevrigten sijn, soo werd daar een nauwer ondersoek vereist, en men moet de zieke dan niet handelen, als ymand die de Pokken heeft, ten sy men klaarblyke teikenen had, want dat kan een enkele flerecyn wesen, of wel een vloeying (du Rhumatisme.) Ga naar margenootd Het is dan hier in dat men ligtelijk kan dwaalen, want soo lange de Pokken onder de naam van jigt. flerecyn ofte vloeying verborgen is, evenwel terwyle daar geen andere teikenen syn als Chankers, vuile sweeren, groote schurfdigheid, kalk-builen en diergelyke, en op een vuile by een-komst volgt, soo kan men niet seggen dat de lyder het groote middel der Pokken moet gebruiken. Ga naar margenoote | |
[pagina 41]
| |
De kalk-builen selver, die by den vrigtingen in het flerecyn zyn, zyn geen teikenen van pokken, wanneer daar geen andere teikenen sig by vertoonen, want men siet dikwyls, dat die het flerecyn hebben, met dese kalk-builen behebt syn, soo dat men al sulke luiden van de Pokken, niet moet verdagt houden. Een onlydelyke pyn, en na de gewoone middelen niet wil luisteren, werd veeltyds voor de Pokken aangesien; maar men moet dat versekert syn dat ymand een Chanker ofte Druipert een lange tyd gehad heeft, waar uit men besluiten kan, dat de Pokken daar van haar oorsprong hebben. Maar wanneer de gelegentheid sig aanbied aan die gene, welke dit quaad hebben, en voor sijn eigen gesontheid geen sorg draagt, en geen raad pleegt, met bequame luiden; soo hebben die gene, welke de venus qualen onderhanden nemen te genesen, weinig eer ofte gewisse in het aan te prysen van dese genesinge t’onderstaan, sonder alvorens de zaak ernstig overlegt te hebben. En in dit geval, dat dikmaals voor-komt, gelyk wy in de boeken zien van de genees konstige en heel-konstige aanmerkingen en raad-plegingen, sal ik een algemeene regel maken voor de zieken, en voor die, welke ondernemen, voor haar sorg te dragen; ik seg, dat men iemand van de Pokken moet onderhanden nemen, ten sy de teikenen ons daar toe overreden, anders geneest men een quaal, sonder die te kennen, en men handelt daar mede, sonder dat men weet of de quaal soo verre gekomen is. Men wil liever, dat wanneer de teikenen niet klaar genoeg sijn, te letten of ’er een is die de saak | |
[pagina 42]
| |
besluit, en soo daar eenige ongemakken sijn, welke volkomentlyk genees-middelen vereischen, soude ik die handelen als een enkele, en zoo het noodig is den buik te suiveren, soo kan men de soete quik gebruyken, dat een eenvoudig middel is, daar geen quade uitwerkselen van te wagten zyn, wanneer men het gebruikt, gelyk het behoort. Soo nu dat het gansche bloed merkelyk bedorven of vervuilt is, moet men het selvige door de sagste middelen suiveren, welke niet beledigen ofte streng sijn, gelyk als die gene, die een doorwaseming, sonder verhitten, veroorsaken, en onder allen gebruikt men hedendaags in ’t gemeen het sout van adders, ofte de adders (vipers) selfs, ofte yts wat diergelyks. Daar zyn ook gevallen, in welke het best is de sagte weg in te slaan, wanneer het bloed nog niet ganschelyk van de Pokken is overwonnen. Als by voorbeeld; wanneer men schynt ymand van een chanker ofte druipert genesen heeft, en daar haast loomigheden der leden, sonder arbeid gedaan te hebben opvolgen; afkeer van spys, werking van by een komste, soo is het seer waarscynelyk dat het Pokkige fenyn tot het bloed is ingekropen, evenwel zyn dit eenvoudige en twyfelagtige teikenen, wanneer de selvige kennen voorloopers van andere ziekten zyn; soo kan men de vermetendheid hebben om soo een te doen quylen, en het is dan best de sagste weg in te slaan, gelyk wy hebben gesegt. Als mede wanneer aan de geheim-deelen of daar ontrent eenige knoop-swellen, wratten of vyg-werten verschynen sonder eenige ander teikenen; soo kan men niemand van de Pokken beschuldigen; want dese toevallen komen dikmaals | |
[pagina 43]
| |
aan die deelen door questinge die’er deelen, en dat door een lang en dikwyls gebruik, dat men in het spel van venus waar-neemt. Maar by aldien by dese teikenen sekere spleten sijn, die aan den aars komen, kankeragtige spenen, en vratten aan andere deelen des lighaams, soo is men wel gerust t’oordeelen dat het de algemeene Pokken zyn. Wanneer men een Chanker ziet met een been-vreting in ’t verhemelte des monds, of in de neus, ik seg van de Chankers, die door de Pokken komen, (welke zeer verschelen, van de gene welke Kankers ofte kreeft-geswellen genaamt werden) die noemt men de Pokken, welke zeer beswaarlyk genesen werden, gelyk als wy in het Hoofd-stuk van de genesinge sullen seggen. Wanneer men aan het voor-hoofd een kring (cordon) siet, welke begint door de indrukkinge des hoeds, en niet verdwynt, met eenige schurfdigheid aan ’t voorhoofd, of in ’t aangesigt, of op ’t hoofd, ofte eenige vlekken over het lighaam, en men weet dat de persoon vuile gemeenschap heeft gehad, sou men seggen, dat het d’algemeene Pokken syn. Ik heb over weinige tyd een loods-man gesien, welke sedert weinige jaren tyds een Pokkige Chankert hadde gehad, welke qualyk gehandelt was, dese was eindelyk tot de klieren toe voortgekropen, waar van eenige aan den hals en op de borst waren doorgebroken, even of het waarlyke kankers waren, sonder ander onderscheid, dan dat dese de ware kankeragtige Pokken waren. Men ziet dikwils Luiden, welkers Lighaam t’eenemaal met zeeren overdekt is, met groote breede korsten, die heel dik zyn, soo sy met een Pokkige gemeenschap gehad hebben, of nevens | |
[pagina 44]
| |
haar in een en ’t selfde bed geslapen hebben, of in besmette slaap-lakens hebben gelegen, in welke de pokkige gesweet hebben, soo zyn dit d’algemeene Pokken. Ga naar margenootf Ik heb een dogter gesien welke met geen Man gemeenschap hadde gehad, welke over het gansche Lighaam, behalven ontrent de schaam-deelen met korsten bedekt was, van een vinger dik, en in den omtrek; van groote als een hand, sonder dat sy wist, dat sy by een Vrouw geslapen had, daar men vermoeden op had, welke niet konde genesen werden, alsoo sy sedert dry Jaren sonder ophouden, verscheide Luiden, die voor vermaart gehouden wierden, hadde raad-gepleegt, en haar genees-middelen hadden verschaft: ik liet haar baden gebruiken, wei, en quik-middelen, sonder haar te doen quylen, en binnen de tyd van vyf weken is sy volkomen herstelt geworden, sonder dat ’er na de tyd van veertien Jaren, dat zy genesen is geweest, eenige schurft, of quaad is overgekomen. En ik ben sedert die tyd altyd versekert geweest, in die kennisse, welke ik van langen tyd heb waar genomen, dat de quik een wonder middel is om de Pokkige schurft en sweeren te gene- | |
[pagina 45]
| |
sen, ook schuyf ik die dagelyks in diergelyke gelegentheden voor, voornamelyk wanneer de schurfdigheid wat hartnekkig is, en om kort te syn, soo lange ik in t sint Jakobs ziekenhuis de genees-oeffening gedaan heb, soo heb ik met goede uitkomst in de schurfde den buik met quik gesuivert. Ik hebbe dit voor-val van dese dogter aan gehaalt alleen, dat’er sekere gevallen syn, die het gebruik van de quik-silver vereischen, al ist dat het de Pokken niet syd; ten minsten is men versekert, dat de quik-middelen eigen is de qualen, die’er komen, weg te nemen, wanneer de gewoonlyke middelen onnut syn, waar uit men nog een teiken kon hebben, soo dese quaal de Pokken niet syn dat men ten minsten vastigheid moet hebben, welke het genees-middel een weinig daar na vereist. Ik stel dan dit teiken niet als algemeen, of als versekert, nog ik ben in die gedagten niet van de quik-middelen, daar en boven is ’er een groot genees-kundige, welke in het derde Hoofd-stuk van de Pokken segt, dat als de genesinge door de gemeene middelen niet kan geschieden, nog door die, welke ons d’ouden hebben na-gelaten, soo ist een kragtig teiken, dit zyn de woorden, om te kennen dat het de Pokken zyn. Ik agte het tegen-deel, dat men alle de saken wel moet ondersoeken, alle d’omstandigheden wel overwegen, raad-plegen met voorsigtigheit, niets onder-nemen dan met verstand, en wanneer men dan alle syn kragten heeft ingespannen om de ware geschapentheid te weten, en geen klare teikenen siet van overtuyging der Pokken, soo kan men die niet sonder kennisse ondernemen. |
|