Inleiding
Het doel van dit boek is, kort en goed, de lezers kennis te laten maken met de ‘wetenschap der politiek’. Op dit ietwat plechtstatige begrip ga ik in hoofdstuk 2 uitvoerig in. Hier is het genoeg om te stellen dat ik eronder versta: de sociale wetenschappen voorzover die zich bezighouden met verschijnselen die als ‘politiek’ worden beschouwd. Met andere woorden: de pretentie dat ‘de wetenschap der politiek’ een afzonderlijke en eigensoortige wetenschappelijke discipline is wijs ik af. Dat er een aparte academische discipline van die naam (of een andere: ‘politicologie’) bestaat, komt voort uit politieke beslissingen over de organisatie van de universiteit. Inhoudelijke, wetenschappelijke overwegingen hebben daar geen rol bij gespeeld. Er bestaat geen specifieke wetenschap der politiek - althans niet op basis van wetenschappelijke uitgangspunten.
Het is een enigszins merkwaardige conclusie aan het begin van een boek met deze titel. Een logisch gevolg van het voorgaande is wel dat ik niet heb gekozen voor de pretentie een ‘systematische’ inleiding te geven. Zo'n opzet zou een mate van consistentie en consensus suggereren waarvan in de sociale wetenschappen ook in het algemeen geen sprake is (en naar mijn overtuiging ook niet kan zijn). De lezer zou aan zo'n opzet de misplaatste mening kunnen overhouden dat er een algemeen aanvaarde wetenschappelijke theorie van de politiek bestaat, dat er eveneens een gedeeld begrippenkader aanwezig is waarbinnen de beoefenaren van de wetenschap der politiek met elkaar communiceren, en dat dientengevolge het begin van deze wetenschap zou moeten bestaan uit het beheersen van de ‘juiste’ definities van de belangrijkste begrippen.
Ik heb voor een andere opzet gekozen, namelijk een waarin belangrijke thema's uit de politiek en de politieke wetenschap in zestien hoofdstukken aan de orde worden gesteld. Tezamen vormen die thema's geen volledig overzicht van het vakgebied, maar geven ze wel een redelijke indruk van de onderwerpen waarmee beoefenaren van de wetenschap der politiek zich bezighouden, en van de wijze waarop ze dat doen.
Bij verschillende van deze hoofdstukken ga ik uit van begrippen, die een centrale plaats innemen in het politieke debat, en in de wetenschap der politiek. Vanzelfsprekend is het eerste begrip dat zo ter discussie wordt gesteld het begrip ‘politiek’ zelf. Door de wezenlijke betwistbaarheid van zulke begrippen te demonstreren hoop ik te bereiken dat studenten en beoefenaren van de politiek er zich steeds van bewust zijn dat noch in de politiek, noch in de wetenschap der politiek, een ‘neutrale’ taal wordt gebruikt. Bij de bespreking van zulke begrippen, en de ermee geassocieerde theorieën en benaderingen ben ik waar dat paste ingegaan op feitelijk onderzoek, om te laten zien hoe men in de wetenschap der politiek te werk gaat, en wat de voor- en nadelen van verschillende methoden van onderzoek en analyse zijn. Daarmee hoop ik te bereiken dat de lezer wordt bevrijd van een zekere (en op zich begrijpelijke) naïveteit bij het kennisnemen van de resultaten van politiek-wetenschappelijk onderzoek.
Voorzover het geheel niet het karakter heeft van een ‘leerboek’, is sprake van opzet. Hetgeen ik wil vertellen, heb ik naar vermogen helder en duidelijk uiteengezet en toegelicht. Maar ik heb meer gekozen voor de stijl van het essay dan voor die van het leerboek - in de hoop niet alleen informatie over te dragen, maar ook het denken (van de lezer) te prikkelen.