Samle fersen (= Verzamelde gedichten)(1981)–Pieter Jelles Troelstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aan de mannen van Friesland Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! 't Schemert in 't oosten; de daagraad genaakt. - Over de neevlen glijden de lichten; Door wolkenreten schieten de schichten - Heel d' oosterhemel in vuurgloed blaakt! Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Stoere mannen, hoort gij, wat u meldt Der leeuwriken lied dat er waait over 't veld? Hoort gij hun flauw getjilp in de voren, Dan in de lucht die strijdlustige koren, 't Juublen in 't licht, waar men 't wolkgebied raakt...? Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Mannen van Friesland, de nacht is voorbij. Hoog staat de zon, die u toelacht: weest vrij! Niet meer gebukt in het slijk op vier voeten - Mens, richt u op, om de zon te begroeten! Tweebenig wezen, zó zijt ge gemaakt - Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Edele mannen, gevoelt gij niet Diep in uw hart een knagend verdriet? Walgt ge niet van uw eeuwig lijden? Zijt gij te suf om voor 't menszijn te strijden? Zijn dan die keetnen voor u gemaakt? Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! [pagina 403] [p. 403] Mannen van Friesland, hoe schoon is d' aard! Zonlicht tintelt; in bos en gaard Jubelt het al van liefde en van leven - Doet gij niet mee? Wat zie ik: beven Tranen in 't oog, dat van woede blaakt? Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Arme mannen, een woestenij Is uw bestaan; slaven zijt gij! Beedlen om werk en om brood bij de rijken; Kindren zien hongren - uw vrouw zien bezwijken - En dan: wat lot, als eens d' ouderdom naakt! Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Mannen van Friesland, die lanterfant Voor de deur van uw krot met de spade in de hand, Ziet gij die eindloze velden? zij vragen Uw arm en spade om vruchten te dragen - 't Wild graast er nu: wéé u, als g' er aan raakt! Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Werkzame mannen, is 't niet uw kracht, Die de zware bodem met vruchten bevracht? Zijn het niet uwe kindren en vrouwen Die men misbruikt om te wieden, te houwen? En toch: nòg loopt ge soms hongrig en naakt? Mannen van Friesland, ontwaakt, ontwaakt! Mannen van Friesland, de lucht is rood - Tijd is 't te kiezen: vrijheid of dood! Hebt gij genoeg van het dwangjuk der slaven, Neemt dan uw spade, om een graf u te graven, Of, als uw hart nog naar 't leven haakt, Mannen van Friesland, ontwaakt dan, ontwaakt! Op, vrije mannen, ten strijd dan geschaard! Voetstappen dreunen alom over d' aard - 't Zijn uwe broedren - hun wapprende vanen [pagina 404] [p. 404] aant. Komen al nader - Gegroet, rode banen! Eindelijk dan uwe keetnen geslaakt, Slaven der wereld, tot vrijheid ontwaakt! Vorige Volgende