Zedelijke en stichtelijke rijmen(1680)–J. Tradel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vergelijking van den Edik en de Wijn, op den vromen en onvromen. Op de wijze van Bel Iris. WAt den bozen mensch betreft, Al zijn schijn en boze daden, Daar hy mede is beladen En daar hy zich in verheft, Is zeer aardig ingewonden In den Edik en de Wijn, Dien hy ô bedorve stonden Niet en wijkt in daadt en schijn. 2. In de helderheit en verf Kan den Edik Wijn gelijken, Datze die niet heeft te wijken Maar vertoont tot prijsverwerf; Zoo is 't ook dat den godloozen Zich kan tonen voor het oog, Of hy niet en was een boozen, Maar dat hem de deugt bewoog. 3. Of den Edik heeft een schijn, Men bevintze door het smaken, Dat ons doet gelijk ontwaken [pagina 152] [p. 152] En verkiezen doet den Wijn; Zoo wort ook door proef bevonden Wie dat deugtzaam is of niet, Wie dat steunt op quade gronden Of wie dat het is verdriet. 4. Edik zuurt van tijd tot tijd, Zoo neemt toe den goddelozen Dat hy aanwast in het bozen, En niet strijt den goeden strijt; Want 't begin niet waargenomen, Neemt het quaat de overhant, Waar uit dat men niet kan komen Zonder Godes onderstant. 5. Door des Ediks scharpigheit Kan de mensch zich zelven krenken, Maar de Wijn die zal hem schenken 't Geen hem dient tot vrolikheit; Zoo kan ook het godloos wezen In ons drukken alle quaat, Maar die Godt in alles vrezen Doen haar ziel en lichaam baat. 6. Ediks reuk beschadigt Wijn, Boze menschen doen zoo mede, Als haar byzijn tot onvrede Ons vertoont haar quade schijn; Want wy zijn bedorve menschen Die het quaat licht nemen aan, Daarom eistet om te wenschen, Met het quaat niet om te gaan. 7. Edik wort geen goede Wijn, Noch geen konst en kan het maken Dat men daar toe zou geraken Dat het zoude konnen zijn; Zoo en kan ook geen onvromen Zich bekeeren van het quaat, [pagina 153] [p. 153] Of Godt moet te hulpe komen Anders is 'er genen raat. 8. Uit het gene dan gezegt Kanmen klaarlijk zien en merken, 't Boze doen en quade werken, En wat dient tot onderrecht, Ieder wacht zich van het quade, En mistrouw zich op dat hy Niet verval tot boze dade, Maar daar van ontslagen zy. Vorige Volgende