Zedelijke en stichtelijke rijmen(1680)–J. Tradel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Eenige aanmerkingen wat in een welbezinnent mensch wort vereist. 1.Hy ziet om in wat hy onderneemt. 2.Hy mijt het schadelijke. 3.Hy vat aan tot het voordelige. 4.Hy komt voor daar 't schadelijke uit mocht komen. 5.Hy verzuimt niet, maar neemt dat aanbiet waar. 6.Hy merkt op Gods directie, en geeft 'er hem de eere van. Hier van volgt de uitbreidinge op de wijze van La Fronde. EEn die bezint zal wezen, Ziet als hy begint, Dat hy zijn doen volprezen, Voor de daad verzint, Want die zijn zaak niet wel neemt waar, Die steekt zich in gevaar, Dat hy hem zal beklagen, En vinden groot mishagen, In wat hy doet, In wat ontmoet, Door 't missen van zijn spoet. 2. Hy mijt der zonden slagen [pagina 131] [p. 131] En wat schade geeft, En vint daar in mishagen Dat na 't quade sweeft, Hy neemt niet aan een onderwin, Of heeft een goede zin Die dienstig is te werken, En heeft een goet opmerken In wat hy doet, In wat ontmoet, Dat rust geeft in 't gemoet. 3. Het geen kan voordeel geven, Neemt hy by de hant, En richt alzoo zijn leven Tot een goeden stant. Hy ziet zijn wit voor henen aan Daar naar hy zoekt te staan, Daar naar hy richt zijn leven Om hem daar toe te geven, Zoo dat hy doet In wat ontmoet, Dat strekt tot groote spoet. 4. Daar 't quade uit mocht komen Neemt hy uit de weg, Hy handelt als den vromen Met een overleg, Hy komt steeds voor dat schaden zouw En geven groot berouw. Zoo dat hy heeft geen knagen, Maar altijt vint behagen In wat hy doet En wat ontmoet, Want alles is hem goet, 5. Het gene komt aanbieden Neemt hy by de hand, En zal 't verzuimen vlieden Dat zich tegenkant. Hy ziet op nut, en op den tijd, [pagina 132] [p. 132] En vint zich zoo verblijd; Want hy weet met opmerken In alles zoo te werken, Tot zijnen goet In wat ontmoet, Waar door hy zich behoet. 6. Hy komt in Godt aanschouwen Wat geschieden mach, En kan zich op hem bouwen, Als hem treft geklach, Hy eert zijn Godt en is vernoegt In dat hy hem toevoegt, Dien hy zijn eer zal geven Al kosten 't hem zijn leven, Dus heeft hy moet In wat ontmoet, En leeft in groote spoet. Vorige Volgende