Zedelijke en stichtelijke rijmen(1680)–J. Tradel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende In wat gelegentheit den mensch gelukkig kan zijn in dit leven. Op de wijze van Courante la Bare. DIe zich in 't goede bezig houdt Die vint daar in zeer vele goede zaken, Daar in hy zich recht kan vermaken, Waar in hy vint iet daar hy zich op bout. Maar om te toonen voor gewis Wie dat te rechte hier gelukkig is, Vind ik my aangezet door drifts aan dringen, [pagina 114] [p. 114] Te wijzen aan Alz ulke dingen Die het doen verstaan. 2. Het is een zaak niet veel gelukt, Dat iemant woont van zijn begonnen dagen Op eigen grond in groot behagen, Tot dat de outheyt hem ter aarden drukt, En dat hy dus zijn aartsche huis Af-leit, en al wat hem kon geven kruis, Dat hy zijn eigen grondt maar heeft bewandelt Zijn dagen lang, En vroom gehandelt Tot een vreugden zang. 3. Pijn, tegenspoet, gedreigde quaat, Dat maakt geschrei, en doet ons droevig klagen; Maar die ontlast is vint behagen, En door Godts goetheit vint hy dus zijn baat. Het is daar by ook hem een lust, Dat hy in Godt zijn Schepper vint zijn rust, Dat hy uitlandig niet en hoeft te zwerven Of vlugtig zijn, Als om te sterven Door gevreesde pijn. 4. Hy vint ook voor zich groote baat, Die zich van twist of rechten weet te houwen, Dat meest aan ieder brengt berouwen, Door kost en moeite die dus t'samen gaat, Ook die geen schade heeft ter zee, En 't woelen mijt, dat schade geeft en wee; Maar zich vernoegzaam vint in kleyne staten, Leeft zeer gerust, En kan verlaten Stoffe van onlust. 5. In burg te zijn steekt groote last, Zoo doet ook mee het lichte uit te borgen. En voogt te zijn, want 't heeft veel zorgen, En ook veel moeite die daar is aan vast. [pagina 115] [p. 115] Gelukkig is hy die dit mijt, Ten zy hy weet dat hy zich wel bevrijt, Uit liefde mach wel iet zijn ondernomen, Dan met voorzicht, Want zoo den vromen Kan voldoen zijn plicht. 6. Maar niet en is zoo hoog geacht, Dan dat men heeft geloof en goede werken, Wie daar in leeft, die heeft opmerken, En doet zijn plicht zoo als het dient betracht; Wel zalig is die mensch te recht Die dus eenvoudig is oprecht en slecht, In alles tracht hy Godt de eer te geven, 't Geloof verwint Het eeuwig leven, Dat hy heeft bemint. Vorige Volgende