De eerste Schootel dient tot af-schrik van ledigheit en onbedachtzaamheit.
Een applicabel verhaal, om van de ledigheit een afkeer te hebben, voorgestelt door de Wet des Konings Amases.
K Omt hier, ô Neerlants volk! en leert naar oude tijden,
U schikken in dees tijdt, op dat gy u moogt mijden,
En ledigheyt weerstaan, die quade ranken werkt.
Geeft waarheits reden plaats, op dat gy u bewerkt;
Liet hier AEgipten aan, en Amasis haar Koning,
Die door zijn schoone Wet, verdient des lofs bekrooning.
Want daar door ledigheit, zeer kragtig wiert weerstaan,
En zoo het quaat gestuit, dat daar uit kon ontstaan,
Het was dan zulken Wet, die raakten ledigheden,
Op dat een ider mocht zijn tijden wel besteden,
En moesten ledigaarts, eens komen alle jaar,
Voor haren Overheer, en geven recht verklaar,
Of zy dit konden doen, op zulken wijs te leven,
Waar dat het uit ontstont, en wie het haar quam geven:
Zulx die dan hier in niet, kon geven reden van,
Bleef schaamroot, en hy viel dan lichtlijk in een Ban;
[N]a wie hier in ontbrak, of in veel quaat bevonden,
Wiert naar den eis van zaak, door straf des doods ontbonden.
Ook naderhant is dit, van Solon vast gestelt,
Die onder zijn gebiet, dit pleegde met gewelt.
Athenen munten uit, om dit te onderhouwen,
Dat als een spiegel is, voor ons, om aan te schouwen;
Want die de ledigheit, aanschouwt in rechten aart,
Verschrikt van 't monster-dier, en wort daar door bedaart.
Nota. Zoodanigen rijm als 't voorsz. is, en andere diergelijke volgende, kan ook gezongen worden op de wijze van 't Meniste zusje, of hoe werkje Leeuwerk.
|
|