De gouden oogst(1944)–Fernand Toussaint van Boelaere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Een bron in de verte.... De lucht is dun en louter helderheid. Hoor, hoe klaar en vèr de klanken klinken. - 'k Verneem uw stem, ik hoor ze als in dien tijd: nooit kon vertrouwder woord mij 't hart bedwingen. O lieve stem, die murm'lend water zijt, hoe zacht zegt gij de smart dier oude dingen, hoe frisch klaagt gij en meldt vol teederheid hoe hoop na hoop in wanhoop steeds vergingen. - Waartoe uw lied? 't Roert me in mijn diepste reven, toch wekt 't geen scherper leed, geen schriller smart, geen snerpender vervloeking om dit leven - doch droomen slechts en slechts melancholieën in dit, door 't lijden stram geworden hart, alleen ontvanklijk voor oude melodieën... Vorige Volgende