Gezamenlijke dichtwerken. Deel 10-12(1856-1857)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] In het album van jonkvrouw ***. Blank gaaft gij me uw blaadjen over En beschreven krijgt gij 't weer; Had ik 't u terug gegeven, Even blank en onbeschreven, 't Zei u mooglijk dan iets meer: Mooglijk deed u 't beter hooren, Luider dan mijn citerklank, Dat ik loof noch bloem wil strooijen, Maar met onschuld u zien tooijen, Onschuld, als uw blaadje blank. Zoo gij instemt met een bede, Die uit warme vriendschap spruit, Wat dan zult gij meer verlangen? Kies mijn zwijgen voor mijn zangen, [pagina 82] [p. 82] Wisch mijn koude letters uit. Neem uw blaadje, neem het weder, Zonder smetten, zonder sier: 't Moog uw trouwsten spiegel strekken, En uw hart blijv' zonder vlekken, Als een blaadje blank papier. In het album van ***. 't Penseel hergeeft gelaat en leest; De Pen geeft d'afdruk van den geest. Vorige Volgende