Gezamenlijke dichtwerken. Deel 10-12(1856-1857)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] De dood en het meisje. het meisje. Verschriklijk spook! verberg u! vlied! Uw vreeslijke aanblik doet mij beven! Terug! verhef die sikkel niet: Ik ben nog jong: ik wil nog leven. de dood. Bekoorlijk wicht! o, sla mijn hand niet af; Ik ben niet wreed; niet vreeslijk is mijn wapen. Kom meê! ik zal u trouw zijn tot in 't graf: Zacht, lieve bruid! zult ge in mijn armen slapen. Naar claudius. Vorige Volgende