Gezamenlijke dichtwerken. Deel 10-12(1856-1857)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De wijsgeer en het kind. De wijsgeer, in gepeins verloren, Zwierf mijmrend langs zijn eenzaam pad: Hij zocht geheimen na te sporen, Die de Almagt hem verborgen had. Een strijdig twijflen en gelooven Kruiste in zijn walend brein dooreen. Nu zag hij vragend op naar boven, Dan zag hij tastend om zich heen. ‘Waartoe (zoo vroeg hij in zijn droomen) Die schepping Gods, zoo ver ik staar? Waar is 't heelal uit voortgekomen, Die aardbol hier, die hemel daar? [pagina 23] [p. 23] En ik, ik-zelf, geheimvol wezen, Dat hier een poos het stofkleed draagt, Waarom ben ik aan 't niet ontrezen En leef en aêm ik, ongevraagd? Waartoe met nevlen u omwonden, Gij, die gewrocht hebt wat bestaat? Laat, Almagt! mij uw diepten gronden, Laat mij een blik slaan in uw raad.’ Zoo zonk hij weg in mijmeringen En drong den doolhof verder door, Maar hoe hij dieper in mogt dringen, Te digter blinddoek hing hem voor: En zwervend met onwisse schreden De dalen in, de duinen rond, Daar is hij 't zeestrand opgetreden, Waar de oceaan te golven stond: En de onafzienbre kolk voor oogen En overdekt van 't luchtgewelf, Daar staat hij weer, het hoofd gebogen, En weer verzonken in zich-zelv'. [pagina 24] [p. 24] Op eens... wat mag zijn mijmring storen? Wat woelt en roert zich ginds aan strand? Hij heft het hoofd, hij treedt naar voren En ziet een kind, dat graaft in 't zand. ‘Wat wilt ge, knaap! waartoe dat wroeten? Wat spit en delft ge kluit aan kluit?’ - ‘Ik graaf een kuil hier aan mijn voeten, En schep er straks de zee in uit: Ik wil het zien - ik wil het weten, Wat zich daar wegschuilt voor mijn oog; Ik wil die diepe zeekolk meten En hoos den bodem daarom droog.’ Een schampre lach van mededoogen Was 't antwoord, dat de wijsgeer gaf, En met d'onnoozlen knaap bewogen, Trad hij weer d'oever mijmrend af. Maar stil!.. daar laat een stem zich hooren! Het is of ze aanruischt op den wind... ‘Wie Gods geheimen na wil sporen, Die dwaas is dwazer dan dat kind.’ Vorige Volgende