Gezamenlijke dichtwerken. Deel 10-12(1856-1857)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] Lenteliedje. Welkom aan de vijverzoomen, Sprietjes van 't ontluikend gras! Welkom in d'ontdooiden plas, Schubbig volkje van de stroomen! Welkom, knopjes aan de boomen, Eerste bloesems, eerst gewas! 't Fladdrend wild beproeft het strotje In de toppen van d'abeel; Donzig puilt het zijfluweel Uit het zwellend heesterbotje; 't Bonte vastenavondzotje Schudt de blaadjes van zijn steel. [pagina 146] [p. 146] Tal van geuren vloeit ons tegen, Tal van verwen sprenkelt neer; 't Woud heeft elken ochtend weer Hooger - dieper tint gekregen; Ieder dropje lenteregen Strooit op 't veld een bloem te meer. Elke blik langs veld en dreven Stort in de aadren levensvreugd; Heel de schepping is verheugd Nu haar 't feestkleed wordt geweven; 't Afgestorven ademt leven, 't Uitgedorde viert zijn jeugd. Ik kom ook u welkom heeten, Schoone bruidstijd der natuur, Die den winter, bar en guur, En zijn plondren doet vergeten; Gij bebloemt tot zelfs de reten Van den naakten kerkhofmuur. 1840. Op muziek gezet. Vorige Volgende