Gezamenlijke dichtwerken. Deel 10-12(1856-1857)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] Liedje op Lizes verjaardag. Oogstmaand geeft weer schat van koren, Rank van halm en bol van air; Volop vloeit weer uit haar horen 't Golvend goudgeel van de voren: Guller is geen maand van 't jaar. Allen - jong en oud van dagen - Weemlen bezig door elkaar; Allen zaamlen, tassen, dragen; 't Span trekt hijgend kar en wagen: Noester is geen maand van 't jaar. [pagina 124] [p. 124] Hoe zal mijt en schuur ze laden, Al die garven, vol en zwaar! 't Is een zee, om door te waden! Welk een oogst van luttel zaden! Rijker is geen maand van 't jaar. Vrolijk rolt langs berg en dalen 't Loflied aan d'Alzegenaar; 't Rijst en rolt in alle talen; De echoos schaatren en herhalen: Blijder is geen maand van 't jaar. Ik juich meê met veld en dreven, Ik span ook de jubelsnaar; Oogstmaand gaf aan Lize 't leven: Had ze ook niets dan dat gegeven, Milder toch geen maand van 't jaar! Vorige Volgende