Door de dagen (onder ps. Polleke van Mher)
(1987)–Felix Timmermans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
En zij rolden in 't gesneeuwte;
maakten bollen, goeiden ver
meenge trof de haastge menschen,
uiteenstralend als een ster.
Ginder kwam een schouwevager
zwart gelijk een duivel aan,
met een zoetzak en een leer en
met een bezemke belaân.
Al de kinders schoolden samen,
goeiden naar den zwarten vent,
al zooveel zij konden goeien
en aan staken kwam geen end.
Vloekend dreeg de schouwevager
en lijk razend stond hij daar.
vol besprenkeld van de ballen,
wit gelijk een molenaar.
|
|