Thorbecke op de romantische tour
(1991)–Johan Rudolph Thorbecke– Auteursrechtelijk beschermdBerlijn, 15 december 1821[...] Over het een en ander, hetwelk gij op mijn mededelingen aanmerkt, kan ik u niet nader schrijven, maar moet dit uitstellen tot mondelijk onderhoud. Ook dat gij de dichter zoverre van de wijsgeer afzondert, daarin kan ik niet geheel met u overeenkomen; en zo dit al paste op alle overige dichters, dan moet Tieck doch hiervan uitgezonderd worden. Daarentegen ben ik in staat u over een mijner uitdrukkingen, waarmede ik te kennen gaf, dat de levendige voorstelling van een grote rijkdom des geluks lichtelijk gepaard gaat met de gedachte aan het vele, hetwelk ons kan genomen worden, volkomen geruststellen, inzoverre ik niets stelligs bedoelde, maar u slechts de stemming, welke mij, terwijl ik schreef, bezielde, overmaakte. Uw denkwijze deel ik voor het overige geheel en al. [...] Ik leef hier stil en ingetogen, en heb geen omgang, die mij bijzonder behaagde, als die van mevrouw Solger. Van tijd tot tijd ben ik in gezelschappen, met professoren en anderen, maar gij weet, hoe ik over datgene, wat men in het gewone leven onderhoud en verkeer noemt, denk. Wanneer een uitstekende Oper gegeven wordt, muziek van Mozart of Gluck, of andere zeer voortreffelijke, bezoek ik de schouwburg; maar ook | |
[pagina 57]
| |
aant.dit is zeldzaam het geval. Alle andere openlijke vermaken kan ik niet achten. [...] |
|