een, die een ander liefheeft, maakt voor hem de beste en schoonste plaats van allen klaar, omdat daaruit de liefde blijkt van hem, die zijn geliefde tot zich doet komen.
2. Maar weet wel, dat gij uit eigen kracht alleen u niet waardiglijk kunt voorbereiden, al zoudt gij u voorbereid hebben een heel jaar lang, zonder ooit aan iets anders te denken. Neen, alleen door Mijn vriendelijkheid en genade wordt het u mogelijk, Mijn tafel te naderen, evenals een bedelaar, die geroepen zou worden om het maal des rijken te deelen, en die niets anders heeft om die weldaden te vergelden, dan dat hij zich nederig toont en dankbaar is. Doe wat in uw macht is, en doe dat ijverig, niet uit sleur en niet door dwang, maar neem met vrees en eerbied en liefde het Lichaam van uwen Heer aan, die zich verwaardigt, om tot u te komen. Ik ben het, Die u geroepen heb: Ik heb bevolen, dat alles zóó zou gebeuren, Ik zal ook voorzien in wat u ontbreekt: kom slechts, en wil Mij ontvangen.
3. Als Mijne Genade u vroomheid geeft, toon u dan daarvoor dankbaar jegens uwen God, niet omdat gij die genade waardig zoudt wezen, maar omdat Hij medelijden met u heeft gehad. Maar krijgt gij niets, en voelt gij u meer en meer verstoken, houd dan aan in 't gebed, met zuchten en aankloppen, en houd daar niet meê op, totdat gij 't verdiend zult hebben, om een kruimpje of een druppel Mijner heilbrengende Genade te ontvangen. Gij hebt Mij noodig, en niet Ik ú. En gij komt niet, om Mij te heiligen, maar ik kom om ú te heiligen en u beter te maken. Gij komt, om door Mij geheiligd en met Mij vereenigd te worden: om nieuwe genade van Mij te ontvangen en nogmaals ontstoken te worden van begeerte om u-zelf te verbeteren. Wil deze genade dus niet ver-