op, woon gaarne met uzelf alleen, en verlang geen samensprekingen met andere menschen: maar stort liever uw innig gebed voor God uit, opdat gij een door Hem getroffen hart en een zuiver geweten bewaren moogt. Reken de heele wereld voor niets; God af te wachten verdient verre de voorkeur boven alle uiterlijkheden. Want gij kunt niet tegelijkertijd Mij afwachten, terwijl gij aan Mij denkt, en genoegen scheppen in uiterlijkheden. Van uw kennissen en de u lieven, moet gij u verwijderd houden, en uw geest spenen van allen aardschen troost. Aldus bad ook de goede Apostel Petrus: dat, wie in Christus gelooven, zich als vreemdelingen en pelgrims op deze aarde zouden voelen.
2. O, welk een toevertrouwen zal hij hebben bij het sterven, wien de begeerte naar geen enkel ding in deze wereld terughoudt! Maar dat men zijn hart zoo van alles afgescheiden houdt, dat kan nog niet begrepen worden door een zieken en zwakken geest, want de gewoonweg levende mensch, die 't dierlijke nog niet van zich afschudde, kent niet de vrijheid, zooals die genoten wordt door hem die alleen inwendig leeft. Want indien iemand in waarheid geestelijk wil leven, moet hij zich afscheiden van en verloochenen, zoowel wie hem na-staan, als alle vreemden, maar vooral moet hij op zijn hoede zijn voor zichzelf. Indien gij eerst u-zelf volkomen hebt overwonnen, zult gij het overige des te gemakkelijker onder den duim krijgen. De schoonste overwinning bestaat daarin, dat men over zichzelf zegepraalt. Want, wie zichzelf zóó in bedwang heeft, dat zijn zinnelijkheid gehoorzaamt aan zijn Rede, en zijn Rede op haar beurt weer aan hem, die is de ware overwinnaar van zichzelf en de heer der wereld.
3. Begeert gij tot dezen hoogen top te stijgen, dan