van dit vergankelijke leven draagt. Want walging en bezwaardheid moet gij ondervinden, zoolang gij met omdraagt dit sterfelijke lijf. Zoo lang gij in het vleesch zijt, moet gij dus vaak u beklagen en zuchten over den last van het vleesch, die u belet u geheel en al, zonder ophouden, te wijden aan de geestelijke bezigheden en de beschouwing van het goddelijke.
2. Dan is het goed voor u, om een uitkomst te zoeken in nederige en uiterlijke werken, handenarbeid, b.v., en u te verkwikken met goede daden te doen, terwijl gij met vast vertrouwen afwacht Mijn komst en neerdaling uit den Hemel, en geduldig verdraagt uw ellende en de oogenblikkelijke dorheid van uw geest, totdat Ik wederom bij u kom en u van al uw angst bevrijd. Want Ik zal maken, dat gij alle inspanning wegzet uit uw geheugen, en u inwendig rustig gaat voelen. Ik zal de weilanden der Heilige Schrift voor u uitbreiden en dan zult gij, met verruimd hart, den weg kunnen inslaan van Mijn geboden. En dan zult gij zeggen: De gebeuringen van dezen tijd voegen zich niet samen met de glorie, die in de toekomst aan ons zal geopenbaard worden.