Maar thans zou uw moeite nog vrucht kunnen dragen: uw weenen is thans nog aangenaam, en uw zuchten kunnen verhoord worden, uw smart kan nog veel goedmaken en u schoonwasschen nu.
2. Hij leeft als in een groot en heilzaam vagevuur, de mensch, die geduldig is, en, als hij onrecht ondervindt, meer treurt over de kwaadwilligheid van zijn belagers, dan om het onrecht dat hem zelf wordt aangedaan, die graag bidt voor wie hem tegenstreven, en in den grond zijns harten niet boos wordt om hun schuldige daad; die niet nalaat om vergiffenis van anderen te vragen: die eer beklagen zal dan boos worden, die vaak zichzelf met geweld bedwingt, en zich bevlijtigt, zijn vleesch geheel en al onderdanig te maken aan zijn geest.
Het is beter, dat men zich van zonden zuivert en zijn ondeugden uitsnijdt, dan dat men die als-opspaart, met de bedoeling, zich er wel later eens van te zullen ontdoen Want dan bedriegen we ons zelf, omdat wij zoo'n matelooze liefde hebben voor alles wat vleeschelijk is.
3. Wat anders zal dat vuur, dat vagevuur verteren, tenzij uwe zonden? Hoe meer gij U zelf thans ontziet en de inspraak van het vleesch volgt, des te harder zult gij later moeten boeten, en des te grooter wordt de oorzaak waarom gij zult moeten branden. Datgene waar een mensch in gezondigd heeft, met datzelfde zal hij des te zwaarder worden getuchtigd. De zorgeloozen en luien zullen met gloeiende prikkels door en door gedrongen worden, en de vraatzuchtigen zullen gemarteld worden door geweldigen honger en dorst. De weeldrigen en wellustelingen zullen daar worden overgoten met brandende pik en stinkende zwavel en zullen kwaadaardiglijk, als dolle honden, janken van pijn.
4. Iedere ondeugd zal daar haar eigen bestraffing