inschikkelijk zijn en toewijding hebben, en bespreek met hen datgene grondig wat tot stichting dienen kan. Wees nooit gemeenzaam met eenigerlei vrouw, maar beveel, in het algemeen, alle goede vrouwen aan in de genade Gods. Alleen aan God en zijn engelen moet gij bekend willen wezen, maar den drukken omgang met menschen vermijden.
2. Wel moet gij liefde voelen voor alle menschen, maar 't gemeenzame verkeer met hen dient tot niets. Het wil wel eens gebeuren, dat een mensch, dien gij nooit gezien hebt, toch uitblinkt door zijn goeden roep; komt hij echter te voorschijn, dan lijkt hij den oogen der aanwezigen donker, ja, zwart. Wij meenen soms, dat wij anderen wel zullen bevallen als zij maar met ons omgaan, en gaan hun dan toch nog meer mishagen, omdat zij de slechtheid onzer zeden zien.