Alle werken
(1969)–Mattheus Gansneb Tengnagel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
[Pieter van den Broeck en Jacob Valck]
| |
[pagina 141]
| |
Lieve keyeren:Ga naar voetnoot+Na mijn oude ghewoonte kome ick hier wederom mijn gaven op offeren / ende mildelijck uyt deelen: aen die geen die mijn heylighe naem bekent / ende jaerlijcks yet van my te verwachten hebben: hoewel mijn gaven by veele niet geacht / ende na waerdy niet aengenomen worden / soo troost ick my ghelijckwel daer mee datter noch eenige: hoewel weynigh / gevonden: die eenichsins danckbaer ende mijn bewesen deucht erkennen / die weynighe segh ick / die soo danckbaer van harten maken / dat ick mijn milde gaven / sonder onderscheyt in't generael laet voort gaen ende niet aensiet wie het verdient of waerdigh is: Maer ick heb nu een tijdt langh herwaerts / boven op de schoorsteen sittende gesien / de quade gangen / ende lasterlijcke daden / die hier van vele gepleecht ende die mijn rijcke gaven ontwassen sijn / och dat ick in mijn hoogen ouderdom sulck een droevighen / ende verkeerde staet moet beleven / datmen alle goede vermaninge en stichtelijcke dingen verwerpt / die een Mensche brenghen tot sijn eygen welvaren: Ick had soo wel gehoopt datter wat beternis inde gemoederen soude ghekomen sijn / door het schijnen van de klaeren heele ende grove roffels Mane-schijn / ende van het nimmer ghenoech ghepresen Sonne-schijntje: Maer wat ist / hoe schoon men 't licht haer voorstelt / sy blyven in die groote duysternis al wandelen / niemandt en siet eens om / maer meent dat al sijn daden / ghelijck de gedachten in het duyster begraven blijven / maer och die sulckx meent / is vartGa naar voetnoot1 bedroghen / S. Niclaes: die siet al meer als yemandt meent / ende blijft voor hem doch nietGa naar voetnoot2 verborghen: Ick sal nu maer ter loop / eenighe dinghen aenroeren die my noch vars in de gedachten speelen / soo ick het soo just op de Poëtse stijl niet weet uyt te leggen / is niet vremt / alsoo ick my met andere dinghen te bekommeren heb: wel dan Vrienden / betert u handel / en wandel / ende neemt dese goede vermaninghe in acht / of ick sal ghenootsaeckt wesen / al u dingen noch beter op te mercken / en teghens toekomende | |
[pagina 142]
| |
Jaer / Tijnnagel / en Jan Soet / met den AdvocaetGa naar voetnoot3 / in 't werck stellen / die alle jou bedreven fouten na den rechten stijl sullen uyt-legghen / want voor my can niet verholen blijven / daeromme betert u / ende neemt doch in acht dese goede vermaninghe / van
St. Niclaes. |
|