Briefwisseling oor Kaapse sake 1778-1792
(1982)–Hendrik Swellengrebel jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
XVII Swellengrebel aan J.J. le Sueur,
| |
[pagina 132]
| |
gestraft en hem daarom heeft terug gesonden.Ga naar voetnoot6. En manqueert het niet aan aanschrijvingen soo wel van de Heren Majores hier, als van de hooge Indiasche regeringGa naar voetnoot7. bij welken sij verstaan dat de misdaden niet politicq gestraft, maar voor den Raad van Justitie sullen betrokken worden. Sie de aanschrijvingen van 30 Nov. 1681, 15 Julij 1718, 4 Oct. 1732.Ga naar voetnoot8. Ja hoe besorgd men hieromtrent is geweest blijkt ten klaarsten uit hetgeen de Bewindhebberen in gem. jaar 1718 hebben aangeschreven, namenlijk: zie No. 1 fol. 191.Ga naar voetnoot9. Wat verschil is er nu tusschen dit versenden van ged. Buytendagh naar Batavia en een reëel bannissement? Ik denke geen; dat de man te vore in s Comp. dienst is getrokken, en dus quasi als Dienaar is versonden,Ga naar voetnoot10. versagt naar mijn oordeel niets in dese zaak, want dit nolens volens in dienst trekken op zich zelven beschouwt, sweemt reeds naar een acte van despotisme, en kan wijnig met vrijheid overeen gebragt worden. ik weet wel dat men sou konnen aantonen,Ga naar voetnoot11. onder anderen uit de brieven van burgerschap, dat de regering heeft behoudenGa naar voetnoot12. de uit den dienst der Comp. tot burgeren aangestelden weder in dienst te trekken, maar het heeft weinig ter demonstratie nodig dat dit niet kan verstaan worden dan in tijden van algemenen nood, wanneer de dienst van de Comp. zulks vereischt, en gandsch niet om iemand daardoor een straf te infligeren, want anders was soodanig recht volstrekt contradictoir aan soo veele aanschrijvingen, en speciaal aan het hier boven aangehaalde. daarenboven is mij gesegd, dat dese man noch een gebooren Burger was, tot wien dus dat recht 't geen men pretendeert in den vrijdom's brief behouden te hebben, met geen gevolglijkheid kon worden geextendeert.Ga naar voetnoot13. Tegen het versoek van gem. Caabsche Burgers, dat geen 's Compagnies Dienaren eenige landerijen sullen mogen hebben, noch handel drijven enz.Ga naar voetnoot14. heeft zeker goed vriend mij ingebragt, dat er maar twee Heren souden zijn, die | |
[pagina 133]
| |
plaisier thuinen hadden aangelegd en daar aan zoo veel kosten besteed, dat menig burger er een fraay stuivertje door heeft verdiend -, soo die vriend onder 's Compagnies Dienaren alleen de Leden des Politicquen raads verstaat, kan het aangaan; maar zijn er geen mindere bedienden, die buitenplaatsen hebben? (Men heeft mij onder anderen eenen Heer KruywagenGa naar voetnoot15. genoemd, wiens plaats vrij wat meer als een plaisier tuijn soude sijn).Ga naar voetnoot16. hieromtrend althans sijn de orders seer positief, niet van lateren tijden maar self zoo vroeg als het jaar 1668,Ga naar voetnoot17. wanneer er nog zoo wijnig producten geteelt wierden, en dus den burgeren minder nadeel kon geschieden, dan nu, daar bij ordinaire tijden doorgaans de producten door het klein vertier op een lagen prijs sijn. kon men altijd op sulke groote vloote staat maken, sou dit beswaar van minder gewigt sijn, maar hoe ras sal dit groot debiet ophouden, wanneer er vrede komt?Ga naar voetnoot18. (Dat onse schepelingen eenige procento's aan den Fiscaal souden moeten betalen, heb ik soo volmondig niet over horen klagen,Ga naar voetnoot19. maar dat de vreemde natien een tribut moeten betalen, is minder speculative, doch dit moet sekerlijk costumierGa naar voetnoot20. sijn, gelijk meer saken aan het Fiscalaat).Ga naar voetnoot21. Maar gem. Vriend beweerd ook op den eisch, dat vreemde natien hunne goederen op gene publ. venditie sullen mogen verkopen, dat sulks nooyt is geschied, als van een gestrand fransch schip. Maar, maar! een seer geloofwaardig man om maar een exempel te noemen heeft mij versekerd self bij den Heer GeronGa naar voetnoot22. een geheele publ. verkoping te hebben gesien van allerlei Engelsche manufacturen, die op dien tijd door Engelsche schepelingen waren aangebragt. hier tegen sal men mogelijk seggen, dese verkoping geschiede niet op den naam der Engelschen, doch komt het niet op hetzelfde uit, wat naam het kind draagd? het was een grote quantiteit goed, dat niet in 't gros, maar en detail wierd yerkogt, dus tot merkelijk nadeel liep der handeldrijvende burgers. Of sal men beweeren, dat geen burger | |
[pagina 134]
| |
koophandel mag drijven? dan noch minder een Compagnies Dienaar; want de reden van soo een verbod is sekerlijk, dat het sou strekken ten nadele van den handel, welke de Compagnie drijft; dus een Dienaar van Haar door sijn engagement noch meer verbonden is voor te staan. Soo wij het aan de zijde der redelijkheid beschouwen, kan er immers geen comparatie vallen in dit stuk tusschen Comp. Dienaaren en Burgers. De eersten zijn door stricter wet verbonden en hebben hunnen gagien, daar de laatsten alles van hun selven moeten hebben. Die gagien sijn seker te gering om van te leven vooral in de lagere bedieningen; maar hogere hebben hunne emolumenten, en het is een willekeurigeGa naar voetnoot23. daad in den dienst te treden. alles valt der burgeren kostbaar, daar Dienaren door hun ampt merkelijk mindere onkosten van bedienden, pakhuisen enz. behoeven te doen? De eene of andere burgerdogter, aan een assistent getrouwt, kan sekerlijk bij eene klijne negocie een ruimer bestaan hebben,Ga naar voetnoot24. maar ik zie niet, dat dese consideratie enigsins kan opwegen tegen die van het nadeel aan de burgerije in het algemeen; de pretensie op een hoogere rang der BurgerradenGa naar voetnoot25. heeft seker niet veel om het lijf, doch zoo men sich daar soo seer tegensteld, handeld men wel meer philosofies? Van meer klem, komt mij voor, het versoek om meer burgerraden te hebben;Ga naar voetnoot26. Ik sie geen reden, waarom in een colonie, daar het getal der burgeren tegen dat van Comp. Dienaren staat als ten minsten 25 tegen 1,Ga naar voetnoot27. de regering wat de besturing der colonie aangaat, alleen in handen van soo een minderheid moet wesen; In de etablissementen van onse O.I. Comp. sijn het sekerlijk de Comp. Dienaren, die Politicque Raden sijn; maar het sijn ook meest alleen Comptoiren op vreemde bodem of, daar Burgers sijn, is hun getal in soo een disporportie niet als bij UWelEd. en self in de HoofdplaatsGa naar voetnoot28. heeft de Burgerije haare eigen Schepensbank. In onse W.I. Colonien maken de Burgers wel degelijk het meerder getal der Raden uit soo van Politie als Justitie. Dat de Caabsche Burgers tot de regering weinig bequaamheid besitten, is niet te verwonderen, want hunne educatie kan niet wel geschikt sijn om door lesen veel kunde opte doen, en altijd aan eene plaats bepaald sijnde moeten hunne begrippen naauw beperkte wesen, soo sij niet door geadmitteerd te worden tot publicque saken en het behandelen derselven eenige | |
[pagina 135]
| |
kennis konnen krijgen; dat sij hier wel vatbaar voor sijn, tonen verscheide onder Uwe voornaame Comp. Dienaren, die nooit uit de Colonie geweest sijnde en egter den Landaart gansch geen oneer aandoen. Ik vertrouwe dat die Heeren wel sullen willen avoueren dat sij die kunde door applicatie hebben verkregen en wel door middel der behandeling van saken; en dat UWelEd met mij wel sulke goede opinie van Uwe Landsluiden sal hebben om te geloven, dat er meer onder hen bequaam souden wesen om in die voetstappen te treden; dus doed hunne actuele onbequaamheid tot regerings saken, deselve al eens ondersteld sijnde, niet veel tegen de saak. Indien sij maar geëmployeerd wierden, en gelegenheid hadden om sich te oeffenen, waarom sou men hier minder bequame Luiden te verwagten hebben dan in onse W.I. etablissementen, daar men althans niet meer gepoliceerdGa naar voetnoot29. is? Daar sijn er mogelijk, ja ik mag seggen sekerlijk van een ander begrip, maar voor soo veel ik eenige kennis aan de Capenaars heb, ken ik ze voor soo bot niet. Van den beginne af heb ik seer gecondemneerd de wijse, op welke de klagende Luiden het hebben aangelegd om redres te soeken;Ga naar voetnoot30. en het kan hen altijd met recht tegen geworpen worden, dat sij sig eerst bij hunnen Gouverneur en verdere regering hadden behoren te addresseren, of sij al mogten vermeenen redenen te hebben om te vresen, dat sij in dit eerste aansoek hun bedoeld oogmerk niet souden hebben konnen bereiken; want aldaar al eens afgeslagen of niet geholpen wordende, was het eerst tijd om sig aan hoger hand te addresseren. Ik sie daarom hieruit ook, dat er in hunne handelingen weinig directie is, 't geen noch meer blijkt, doordien sij geene der Dienaren ongemoeit hebben gelaten, maar integendeel in plaats van een verbetering in de constitutie der Colonie voor 't algemeen te soeken sig hebben opgehouden met klagten over particuliere behandelingen, die bewesen, gerepliceerd, gedupliceerd, getripliceerd ens. moeten worden, dus al vergeten konnen sijn, voor dat daar over kan of behoefd gedecideerd te worden. De excessen, in october voorgevallen,Ga naar voetnoot31. vrese ik, dat de voorbodens van verdere beroeringen sullen zijn; gemoederen die zich verongelijkt agten, en in hunne verwagting te leur gesteld vonden, vervallen ligt tot een volle drift, waarvan doorgaans eenigen de victimen worden. Ondertusschen, het sij met hunne handelwijsen soo kwalijk gedaan als het wil, ik sie niet, hoe men de colonie langer in dese situatie sal konnen | |
[pagina 136]
| |
houden. De Modus quo hierin een goede verandering te brengen is sekerlijk niet gemakkelijk Maar is dit reden genoeg om niets te doen? Ik stel eens, dat Gij soo een debiet, gelijk sederd eenige Jaren door de aankomst van soo veel vreemde schepen, behoudt, en dat de Landbouwer daardoor (die res ontbreek) |
|