Briefwisseling oor Kaapse sake 1778-1792
(1982)–Hendrik Swellengrebel jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| ||||||
I H. Cloete aan Swellengrebel,
| ||||||
[pagina 44]
| ||||||
Nog zal UWelEd. in gemeld doosje vinden zeekeren Gom,Ga naar voetnoot8. dewelke uyt dezelfde boomen loopt aan welkers voet men opgemelde Ambre vind: de Witste is de jongste, en hoe bruyner de Gom hoe ouder de soort is. Wijders nog 2 kleijne steenen uyt den pens van een dasje, anders Mormeldier en in 't fransch MarmotteGa naar voetnoot9. genaamd. De aan UWelEd. toegesonden Steen uyt den pens van een wilden bok, dewelke aan den Heer Capitain DonaGa naar voetnoot10. ter bestelling heb meede gegeeven, zal denkelijk dezelfde zijn die in 't Woorden Boek van N. Lemmerij vertaald door C.V. Putten en I. de WitGa naar voetnoot11. pagina 101 onder den naam van Bezoar of pag. 609 onder dien van Rupicapra beschreeven word; dit zo zijnde zal 't meede van de grootsten zijn die er volgens zijn beschrijving ooit gezien en dus van veel nut zijn, ik was also zeer begeerig om te weeten of aan deese uitleggendes dasjes Steenen ook deselfde werking kan toegeschreeven worden. Een Soort roode Vrugten of zaaden zal UWelEd. in meergemelde | ||||||
[pagina 45]
| ||||||
doosje ook vinden welke Vrugten meer tot cieraad als tot nut strekken. De roos van Jericho bevind er zig ook in. Door 't Canaal van onsen Fiscaal den Heer BoersGa naar voetnoot12. heb ik na Europa gesonden:
Gemelde Heer Boers heeft deese groeijende Wortels, opgemelde Vogel Enten en gedistileerde davidjes Wortel aan een zijner Vrienden den Heer ... gezonden met express beding on UWelEd. een goede portie of de helft daar van af te geeven. Ik twijffele geensins of deese Heer zal zijn woord houden, en zende UWelEd. diesvolgens hier inleggendeGa naar voetnoot15. de beschrijvingen, Uytwerkingen en gebruijk dier Wortelen, gantsch niet twijffelende of 't zal de proef uijtstaan. Terwijl deese kasten al te groote Volumes en te veel oppassens ver Eysschen, en ik bovendien geen groote kennis van de Zee varende Luyden heb, so heeft mij deese weg de Secuurste geschenen, om die wortelen behouden aan UwelEd. te besorgen. Uyt de beschrijving van de Ziekentroost Wortel zal UwelEd. ontwaren dat er mentie gemaakt word van den gom die dese Wortel uytleevert, waarvan ik ook gaarne een goede quantiteijt aan den Heer Boers had willen afgeeven onder Conditie als boven, maar aangesien 't thans 't Saisoen niet is, en de Wortels geen Sap uytleeveren, soo heb ik mijn voornemen moeten staken, tot tijd dat de Wortel Sappiger is, 't welk over 2 à 3 maanden zijn zal, als wanneer ik niet in gebreeke zal blijven een suffisante quantiteijt van opgemelde Heer Boers te besorgen om te versenden. Om UWelEd. egter bij provisieGa naar voetnoot16. een Kleijne preuve te senden, zo zal UWelEd. in de doos bij den sogenaamden Ambregrijs in een klein blikje een Weinig van deesen Gom vinden. Ingeval nu deese bovengemelde groeyende Wortels behouden mogten | ||||||
[pagina 46]
| ||||||
overkomen, en UwelEd. ter hand gesteld worden, so souden UWelEd. mij verpligten, van ieder soort een plant aan den Heer CasselGa naar voetnoot17. na Breemen te senden, gelijk ik ook vriendelijk versoek hem een portie van de roode vrugten te willen afgeeven. Voor 't overige kan UWelEd. met genoegen berigten dat wij Gode zij dank nog alle een goeden Staat van gesondheid jouisseeren. 't Welk UWelEd. ook toewenschende, heb ik d' Eer na minsame groete van mijn Vrouw en Kinderen met alle agting te verblijven.
Wel Edele Heer! UWelEd. D.W. Dienaar en Vriend H. Cloete
P.S. 't gerucht loopt dat den Landmeester LijsteGa naar voetnoot18. in 't aanstaande jaar t' huys zal varen. Na dat deese mijne missive buiten op mijn plaats in gereedheid had gebragt, en Terwijl bij mijn komst aan de Caab, de goederen aan den Wel Edelen Heer Boers overhandigde, versorgt ik Zijn Ed. om te mogen weeten, aan wien de goederen zoude geadresseert worden, ten fine de naam van den ontfanger in te vullen, zo als UWelEd. zult koomen te blijken dat de plaats daarvoor hierboven open gelaaten is, maar zijn Ed. had se goedheid mij te offereeren, de zorge zodanig op zig te neemen dat ik mij daar in gerust konde stellen dat zijn Ed. niet alleen daar over aan den ontfanger ampel zoude schrijven, maar ook een eigenhandig briefje aan UWelEd. zoude toesenden,Ga naar voetnoot19. ten einde UWelEd. daar van in de portie een volkomen genoegen te geeven.
vale H. Cloete |
|