Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
Toon: D' eerste Karileen.
MEnschen-kint,
Gy die wilt Christen heeten,
Naar uw Zaligmakers naam,
Ay zeg doch eens waarom
Gy,dwaas en dom,
By Christi volk u zelven maakt ten blaam?
Want gy mint
Te leven eer-vergeten,
| |
[pagina 102]
| |
En de tong die Godt u gaf
Tot roem van sijne eer,
Besteedt gy meer
Om Hem te tergen tot een wreede straf:
Want in uw reden
Vint men anders niet,
Als vuyligheden
Die de eer verbiedt,
Daar gy
zo vry
| |
[pagina 103]
| |
By oudt en jong mê pronkt,
En vonkt
De driften door uw tong.
2.
Zo gy wilt
Een ware Christen wezen,
Volg dan Christi treden na:
Van hem is noit gehoort
Een ydel woort,
Dat oudt, of jong ontsticht' of dede scha.
't Christen-gildt
Was eertijts hoog geprezen,
Wijl den zuurdeeg van het quaat
Van hun was wech gedaan,
Om na te gaan
Het ware Kruys-lam waar het henen gaat;
En 't heeft in zegen
Steeds gebloeyt alom,
Den naam verkregen
Van Gods Priesterdom,
En 't leeft
En heeft
Als noch het merk dat sy
't Levry
Draagt van de ware Kerk.
| |
[pagina 104]
| |
3.
Zo gy mee
Wilt Christi Priesters wezen,
Wel besteedt uw leden dan
Tot een gewied' off'randt,
En altaar-brandt,
Die langs der aardt ten Hemel geuren kan.
Sielt u ree,
Om Godt voortaan te vreezen,
Maak met hem een vast verbont,
En oeffent doch uw leen
In zedigheen,
Geen vuyle reden ga uyt uwen mont.
Dat zal u geven
Op der aard' een lust,
En in dit leven
In uw ziele rust,
En 't lot,
Dat Godt
U voorder zendt,
Zal hy
Zeer bly
Doen nemen een goet Endt.
|
|