Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 98]
| |
Toon: Psalm 24. De aard' is onzes Gods, &c.
GElijk Maria Magdalenen
Ging 's morgens vroeg vol iver heen,
Om u, ô Jesu, te ontmoeten:
Zo is mijn ziel ook aangedaan,
Om in uw heylig Huys te gaan,
En u, mijn Heylant, te begroeten.
2.
Daal ne'er ô Jesu, van om hoog!
Vertoon u aan mijn zielen oog,
Gelijk gy eertijts aan haar dede:
Zegt, Heer, dat gy mijn Broeder zijt,
En dat uw Vader t' aller tijt
Ook is mijn Godt en Vader mede.
| |
[pagina 99]
| |
3.
Wel Heer, zo gy mijn Vader zijt,
Verschoon my dan, en schel my quijt
Wat ik heb tegen u misdreven;
Hebt medelijden met uw kint,
Die 't quade doet eer hy 't bezint,
En bidt dat gy 't hem wilt vergeven.
4.
En zo gy Vader zijt mijn Godt;
Zo schrik ik voor geen werelts lot,
Hoe wrang 't my ook mach overkomen.
Uw trouheyt helpt my uyt gevaar.
Uw goetheyt zorgt dat niet een haair
Van mijnen hoofde wert benomen.
5.
Ja hoeft mijn ziel of lichaam iet?
Van u is 't dat ik 't al geniet,
Wijl gy zijt, Heer, dien goeden gever.
Wie dat u mint ontbreekt geen broot.
En wie u bidt, komt uyt den noot;
En overwint sijn tegen-strever.
6.
Hoe recht is 't dan, mijn Godt en Heer,
Dat men gedurig uwe eer
By nacht en 's morgens vroeg doe hooren!
Geef Heer, dat op deez' dag van Rust
Mijn ziel zich in uw Woort verlust,
En dat uw min my mach doorboren.
7.
En gy, ô Vorst gebenedijt,
Die t' saam mijn Godt en Broeder zijt,
U zal ik loven al mijn leven;
Dewijl uw liefd' en zoeten aart,
My heeft verlost en wedervaart,
Om my uw's Vaders Rijk te geven.
| |
[pagina 100]
| |
8.
Geef Jesu dan als 't lichaam rust,
Of als mijn ziele zich verlust,
Dat het alleen zy in uw' eere.
En geef dat toch mijn dankbaarheyt
Aan u, mijn Schepper, zy gewijt,
Die t' samen zijt mijn Godt en Heere.
9.
En gy, ô Trooster, Heyl'ge Geest,
Die altijt zijt mijn vreugt geweest,
Daal neer op al die dus vergaren:
Geef dat wy profeteeren t' saam,
En in 't gejuych van uwen Naam
Met d' Engle-Rey ten hemel varen.
10.
Op dat wy in het eeuwig Rijk,
Godt Vader, Zoon en Geest gelijk,
Als uytverkore lievelingen,
Met hert en ziel in volle maat
De Dryheyt in gelijcke graat,
Het eeuwig Halleluja zingen.
AMEN. |
|