Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– AuteursrechtvrijToon: Psalm 24. De aard' is onzes Gods, &c.
WAt bint my langer aan dees' aard,
Nu gy my acht dees spijze waard?
Ay laat uw knecht nu gaan in vrede!
| |
[pagina 46]
| |
Hy heeft uw zaligheyt gezien,
Dies zoekt hy d' aard' en 't aardsch' t' ontvlien,
En recht te gaan naar d' heilige stede.
2.
O zoete Jesu, Vrede-vorst,
Gy hebt gelescht mijn ziele-dorst,
Dewijl gy neder zijt gekomen,
En hebt met my uw Avontmaal
Gehouden, in uw's Vaders zaal,
Voor 't oog uw's vyants, met veel vromen.
3.
'k Heb d' Aflaat-brief nu, tot een pant,
Geteeckent met uw bloet en hant,
Dat al mijn schult is doorgeschreven.
En op dat ik in tegenheyt,
Niet twijfle aan mijn zaligheyt,
Hebt gy dees Godspen'ng my gegeven.
4.
Dies is mijn ziele nu gerust,
En schepp' in uwe liefd' een lust:
Ach laat my maar volstandig blijven!
Op dat ik 't eeuwig Manna erf,
En gy, Heer Jesu, als ik sterf,
Op my uw nieuwen Naam moogt schrijven.
|
|