Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
Toon: Ay schoone nimf, &c.
MYn ziel wat wroet gy noch om aardsche gaven,
Dewijl het werelts goet
Door brant vergaat, of mott' en dief doorgraven,
En slechs is ebb' en vloet?
Want wat gy legt in menig jaar te boven,
Dat kan de waters-noot, of vuur,
In eenen dag, ja in een uur,
Zeer licht beroven.
| |
[pagina 32]
| |
2.
Wel aan, mijn ziel, versmaat hier door het zorgen
Voor 't geen zo licht vergaat:
Zorg noit, te dwaas, dus voor den dag van morgen.
Houdt in uw zorgen maat.
Ziet eens hoe fris de fiere leeljen bloeyen,
En hoe het pluymgedierte leeft,
Dat noit en werkt noch zorgen heeft,
En 't blijft aan 't groeyen.
3.
Doch zo gy wilt, mijn ziel, in zorgen leven,
Zo leg die hooger aan,
Zorg voor het goet dat Jesus hun wil geven
Die in sijn gunste staan.
Als gy dit hebt, wilt alles vry verfoeyen;
Want die dit in sijn hert gevoelt,
Sal al de rest, waar hy op doelt,
Van zelfs toevloeyen.
4.
Weet vry, mijn ziel, zo gy eens hebt uw Jesus
Gekregen tot uw deel,
Gy hebt meer gout, meer schat, meer rijk als Croesus;
O dat verscheelt te veel.
Wel wilt uw zorg dan tot dit goet vertoonen;
't Is zeker wie het zoekt die vint:
Want in de ziel die Jesus mint
Daar wil hy woonen.
|
|