Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina XIV] [p. XIV] Verklaringe der Titel-Plaat. DE heilig' Aandacht, met een iver-vyer op 't hooft, Vest oogen, hert, en ziel op 't Avontmaal des Heeren; En wil door 't Starren-kleet, en open' armen leeren, Hoe graag sy was van d' aard' by 't heir dat Gode looft: Maar ach! het vleesch blijft noch aan 's werelts kluyster vast, Die d' oude Edens-slang, vol zonden, heeft omvangen: Doch eyndlijk krijgt sy noch haer opperste verlangen, En wordt, door 's hemels hulp, van dit gewelt ontlast. Vermids uyt 's Heeren heir een dapp'ren krijgsman daalt, Die met de wapen-schilt van 't Kruyslam ne'er komt rucken, En met het sweert des Geests deez' keten slaat in stucken: Waar door hy dus die ziel van d' aard' ten hemel haalt. Haar waarde Zuster, en haar lieve Speelgenoot, Vermaken midlerwijl zich zelf in Zede-Zangen; En d' Engle-rey komt af, om deze te vervangen; En vinden wederzijds haar vreugde zeer vergroot. Het licht van Godes gunst doorstraalt de gantsche zaal: Ja zelf de heyl'ge Geest daalt ne'er om hier te wonen. Hy lieft de Zede-Zang op alderhande toonen; En laakt de Godtsdienst noit alleen om toon of taal. H.Sw. Vorige Volgende