Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina XIII] [p. XIII] Op de innerlicke Ziel-tochten over 't H. Avontmaal. In Maatzang uitgeboezemt door Hieronymus Sweerts. MYn tochtig hart, belust om 't gadelooze Feest, Dat Jesus al van outs heeft ingewijt, te houden, Draaft in dit witte velt op hooger luit en leest Als ooit, en trotst den stijl en regel der aalouden; Nu kan ik, eer ik in Godts Heyligdom verschijn, Van boven tot beneên my steeken in 't gesteente, En als een Konings Bruyt, of aardtschen Serafijn, Gaan zitten in den rang der zuivere gemeente. Zo kan ik heeden, aangeaassemt door den mont Der heil'ge Poëzy, my aan Godts taaffel zetten: En als een levendt lit van 't eeuwig Heilverbont, My voeden door 't geloof met hemelsche banketten. Dit weet ik Sweerts, die hooge, en heil'ge Dichter, dank. Zijn Avontmaalgezang, zo staatig opgezongen, Leert my niet op te staan van 's Heeren Nachtmaalsbank, Eer my het dankdicht uit den boezem is ontsprongen. Op zulken Feestgezangk en Goddelijken trant, Zal ik de hoogtijt van mijns Heeren Nachtmaal houden, Tot dat ik weer verschijn in 't hemels vaderlant, Daar deze Bruiloft nooit zal slijten, noch verouden. H. WATERLOOS. Vorige Volgende