Boertige en ernstige minnezangen(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Bruilofts-zang. Toon: Belle Iris. 1. SChoone Bruit ontfang dees kroon Op uw hooft en blonde haren, Ryk van roos en lauwerblaren, O wat valt de min hier schoon? Wie kan zyne krachten melden. En de vlammen die hy sticht? d'Allerstrytbaarste oorlogshelden Vallen voor zyn schicht te licht. 2. Zelfde dondergod Jupyn, Mars en Febus moeten 't geven, En voor zyne pylen beven, Bacchus God van druif en wyn. Al 't gevogelt dat in d'elzen, Bly van tak in telgen springt, Valt aan 't kussen en om helzen, Daar het zyn vryaadje zingt. 3. Al de Godheen van de zee En rievieren, beek en stromen Kan de vlugge min betomen, Bosch en woutgoôn minnen mêe: Duif en doffer trekkebekken, Venus hofswaan volgt'er gâ. 't Water kan hier brant verwekken. Ieder zwemt de liefste na. [pagina 70] [p. 70] 4. Is 't dan wonder edel paar, Datge blaakt in minnevlammen? Queek nu aan der oudren stammen, Uwe minne bloei al 't jaar. 'k Zie een erfgenaam geboren, Als de wisselbare maan Negenmaal haar zilvre horen Is gewassen en vergaan. 5. O wat smaakt het leven zoet, Voor onscheibare gelieven, Dat de min het hart kan grieven, En de lust met kusjes boet. Daarze hangen aan elkander, Als twee klitsen hecht aan een, Zuiker zuigen d'een voor d'ander, Uit elx mont, nooit afgestreên. 6. Leef nu lang vereende twee: Onder 's hemels milden zegen, En dien gouden huwlyxregen, Bloei in eendracht liefde en vrê: Op 't gejuich van duizent tongen, En ons blyde bruiloftliet, Bruit en Bruigom toegezongen, Van de Godheén, diege ziet. B. Vollenhove. Vorige Volgende