Boertige en ernstige minnezangen(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] [Schoone Klimeen, die door uw' lonken] Wyze: Besneeude Velden, zie de Nooten daar van hier vooren. Pagina 58. 1. SChoone Klimeen, die door uw' lonken Myn ziel traag in 't verlangen houdt: Uw oog kan 's minnaars hart ontvonken, Dat brandend noch op uw vertrouwt. Schoone Klimeene, laat uw lieve straalen Geen oorzaak wezen van myne pyn: Uw trouw heit moet alleen myn min betaalen, Waar af gy zult getuigen zyn. 2. Schoone Klimeen, derf ik u noemen Getuigen van myn min te zyn? 'k Heb reden om daar op te roemen. De deugt verandert nooit van schyn. Ach, dat myn hart kon voor een tong verstrekken, Om u te toonen hoe ik u bezin! Het zou u tot meedoogentheit verwekken, En dwingen u tot wedermin. 3. Ik zag u fier heit ras verdweenen. Uw teder hartje wierdt geraakt. Twee brandende oogen my verscheenen, Daar niet als vlam en vuur uit blaakt. Dan hadt ge, als overtuigt, aan my gezwooren, En my alleen uwe min laten zien, Of wenschte liever nooit te zyn gebooren, Als my geen wedermin te biên. Vorige Volgende