Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Tennyson's sterfbed Hij lag en wachtte - Er was geen ander licht Dan vrome glans van 't blank gelaat der maan. Zag hij zijn zoon of wel een engel staan, Toen laatste bede klonk als een gedicht: - ‘Ontvang' hem God en Christus neem' hem aan’? Als op een avondmeer een lelie ligt, In lokkenzilver lag zijn aangezicht, Of 't zag de Paarlen Poort al opengaan. De roepstem van zijn God verstond hij vroeg, Weerstond hij nooit. Daarom deed de eigen naam Hem huivrend duizlen - Als een koning droeg De zware kroon hij van zijn dichterfaam En strooide schoonheid, tot God sprak: - ‘Genoeg!’ En voor zijn rust den mantel opensloeg. Vorige Volgende