Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Opstanding ‘Vrouw, waarom weent ge?’ - ‘Ik kan mijn Heer niet vinden.’ ‘Maria!’ - ‘Meester!’ - ‘Raak mij thans niet aan. IJl, Magdalena, 't melden mijn beminden. Ik moet nog heden tot mijn Vader gaan.’ Zij viel te voet Hem, wien geen graf kon binden, Die mild vergaf haar wat zij had misdaan. Zij vond geen woord, zijn oogen haar verblindden En op zijn voeten viel, als dauw, een traan. Dien avond, in de zaal, de poort gesloten, De deuren dicht - de speerwonde in de zij, Temidden van zijn jongeren stond Hij, In blank gewaad, van hemelglans omsloten En hief de hand, hen tredend tegemoet, Met liefdeglimlach en met vredegroet. Vorige Volgende