Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Wintermorgen In 't somber tuintje, in gore kiel, betikt De grafsteenhouwer grauwe blokken steen. In 't achterhuis een arm klein meisje snikt. Vâ sloeg haar, Moeder laat haar heel alleen. 'k Voel mij dat kind, dat in haar tranen stikt, Zoo moe van roepen en van bang geween. 'k Voel mij dien steen, waaraan de beitel bikt - Een sfeer van wanhoop wintert om mij heen. Plots, wreed en vroolijk, juicht een gramofoon, Van tempo haastig, neuzelend van toon, Een platten straatdeun, grof, banaal en hard. Een hond gaat huilen in de leege straat, Het kind schreit luider - En mijn eenzaam hart Bonst tot mijn keel, 't is of het breken gaat. Vorige Volgende