Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Vuurpijlen De gouden pijlen rijzen in de azuren Nachtzomerlucht, dat ze in den hemel dringen. Licht, trots en troost der donkere aardelingen, Voor beet van roofdier veilig rond hun vuren, Omgordlend steden met lantarenkringen, Met vlammenhaard verblijdend de avonduren, Met kaarsengoud, waar kindren blij op turen, Den Kerstboom tooiend, dien ze, ontroerd, omzingen! De vuurpijl buigt en laat, als bloemen, vallen Een regen rood en groen van flonkerballen. Wou met dien tuil onze aard den hemel groeten? Tot, wekkend de echo, komt met donderknallen, De gouden vuurpijl sterven aan mijn voeten - Hoog, onbereikbaar gaan de sterrenstoeten. Vorige Volgende