Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Foltering Zoet klinkt zijn lokstem, warm hij haar omknelt - Blij, aan zijn liefde wil zij weer gelooven. Maar 't is om tergend 't nieuwe lief te loven. Zij rukt zich los, maar hij, met speelsch geweld, Weer grijpt haar vast om fel haar vreugd te rooven En triomfeert terwijl hij wreed haar kwelt. Doch waakt haar trots dat haar geen traan ontwelt - Was hij 't, die eens haar kwam zijn trouw beloven? O kon zij vluchten! Moeder stierf - Waarheen? Na liefde is 't leven leeg en doodsch alleen En liefdedrang verbiedt haar willig sterven. Kon ze ontrouw zijn als hij! Nog brandt haar mond - En van de keten, waar hij haar mee bond, In trillend vleesch de wonden voelt zij kerven. Vorige Volgende