Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Klacht in den nacht - ‘Ik hoorde een vrouw - kwam 't ook jouw slaap verstoren? - Die opensloeg de sluizen van haar smart En schreide wild om liefdeheil verloren En noemde 't leven afgrondleeg en zwart.’ - ‘Die woeste klacht bereikte niet mijn ooren, Ik sliep zoo vast al,’ mompelt zij verward. Heeft ze uitgeschreid zóó luid wat géén moest hooren, 't Geheim ontwijd, te zwaar voor 't bonzend hart? Wel kalm met haar zij kan door lanen rijden En keuvlend wandle' en ruste' in woud en weiden. Haar mond verzwijgt wat géén begrijpen kan: Hoe blijft verlangen wederkeer verbeiden Van d' ongetrouwen, d' oorsprong van haar lijden Haar ééns aanbeden, nog geliefden man. Vorige Volgende