Nieuwe verzen(1920)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] LV De boomen lijken leege zwarte vazen Langs 't bruine water der Novembergracht. Hun loof ligt aan hun voeten als een vacht. 't Is of de grijze glimp der ruitenglazen Verachtend-schamper om hun armoe lacht. Zij beiden stil - kwam wilde stormwind razen Of vulde sneeuw, als bloei uit heeml-oasen, Die leege vazen met haar blanke pracht! Mijn droomen staan als die Novemberboomen, Langs 't bruine water, in het grijs getij. Hun gouden tuilen heeft de herfst genomen. Nu wachten zij deemoedig, zij aan zij. De boomen weten: - Eéns zal Mei weer komen. Mijn droomen weten: - Hopen is voorbij. Vorige Volgende