Nieuwe verzen(1920)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] XXIII De stille Octoberavondboomen staan Gelijk coulissen van een woudtafreel, Linde en kastanje, matgroen, zwavelgeel, Belicht door laanlantaarn en gouden maan. Daarachter donkert, zacht als blauw fluweel, Verschiet mysterievol - Welk spel vangt aan? Maar niets gebeurt dan, traag gelijk een traan, Het vallen van een blad op 't leeg tooneel. Toch blijf ik dralen, turen naar 't verschiet. Zal nu niet komen als een tooverlied Het lang beloofde, waar ik nog op wacht? Mijn brandend hart kan nog niet slapen gaan - Een teeder suizen vaart door de avondlaan En liefdezoel is de adem van den nacht. Vorige Volgende