Nieuwe verzen(1920)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] XLV De boomen bloeien, blank als bruiden, Jacinthe-aroom doorkruidt de lucht. - Met ál uw geuren en geluiden, Verlangenwekster Lente, vlucht! Het graan lijkt blonde meisjesharen, De rozen bloeien vol en teêr - O Zomer! vel die wuivende âren En breng mij snel het najaar weer. Geborgen zijn de korenschoven, 't Omploegde land lijkt ros fluweel. Vol zonnebloemen staan de hoven En appels rijpen, rood en geel. De morgenmist lijkt waas op druiven, De regen ruischt, al 't groen wordt zwart - O Herfst! laat wild de blaadren stuiven, Leg koel uw handen op mijn hart. Vorige Volgende