Nieuwe verzen(1920)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] XIII O zal voor mij, nu bloeien alle boomen, Voor mij alleen het barre winter blijven? O zal, in knop, van starre koû verstijven De bange bloesem van mijn blanke droomen? O Lente! zal uw blij geweld verdrijven De wolken en de sappen vrij doen stroomen En niet voor mij gelijk een weldaad komen, Zoodat mijn bloei uw lof in 't blauw moog schrijven? O Lente! Liefde! Zon! Al-eeuwig Leven! God, dien ik aanroep onder vele namen! Verlos mijn knoppen, mij door u gegeven, Dat, bloot en arm, ik niet mij 'hoef te schamen Voor 't bloeiend woud! Bewijs uw alvermogen: Zie zacht mij aan met deernis in uw oogen. Vorige Volgende