Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] LXXX. Ik droom en weet, ik droom.... Ik droom en weet, ik droom - nu wil ik blijven, Geloken de oogen, héel bewegingloos. Dan zal mijn droom tot heugenis beklijven. Erinnering is weelde voor altoos. O lieve droom! ik voel mijn hand verstijven, Die grijpt naar u, gelijk een vlinder broos. Ik voel, als water, ver u henendrijven, Ontblaadren voel 'k u, als een rijpe roos. [pagina 167] [p. 167] 'k Wou niet het stofgoud van uw vleuglen wrijven, O lieve droom! alleen bewondre' een poos, Dan, eerbiedvol, een lied van schoonheid schrijven. God, mag ik niet? - zijt ge op uw droomkind boos? Vorige Volgende