Bleeke luchten

(1909)–Hélène Swarth– rechtenstatus

Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

bron

Hélène Swarth, Bleeke luchten. P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam z.j. [1909]

codering

DBNL-TEI 1

Wijze van coderen: standaard

dbnl-nr swar008blee01_01

logboek

- 2018-10-18 DK colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: UBM: 1924 J 37

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Bleeke luchten van Hélène Swarth uit 1909.

redactionele ingrepen

p. I ontbreekt in de gebruikte scan en is aangevuld met een pagina uit exemplaar KB, signatuur UBM: 1924 J 37

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, III, VI, VIII, 216, 218, 240) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

[pagina I]

BLEEKE LUCHTEN

[pagina V]

BLEEKE LUCHTEN

DOOR

HÉLÈNE LAPIDOTH-SWARTH

AMSTERDAM - P.N. VAN KAMPEN & ZOON

[pagina 237]

INHOUD.

		Blz.

	sonnetten, liederen en elegieën.

I.	Zal ik nu blij zijn....?	1
II.	Het gele Huis	3
III.	Wat zal ik met mijn verlangen doen....?	5
IV.	Lentesneeuw	8
V.	Bloeiend Gras	10
VI.	Juniwind	12
VII.	Petunia	14
VIII.	Onrust	16
IX.	Koekoeksbloemen	18
X.	Zomernoen	20
XI.	Gelijk een Schim	22
XII.	Dansende April	24
XIII.	O bleeke Dood!	26
XIV.	Meieregen	28
XV.	Lentebloemen	30
XVI.	Mei	32
XVII.	Ontwaken	34
XVIII.	Violen	36
XIX.	Lentebui	38
XX.	Ziel in Mei	40
XXI.	Meilied	42
XXII.	Aprildag	44
XXIII.	Paaschklokken	46
XXIV.	Naar Droomenland	48
XXV.	Sterfdag	50
XXVI.	Lang geleden	52

[pagina 238]

XXVII.	Voor mijn Ziel	54
XXVIII.	Lenteverlangen	56
XXIX.	Bezonde Wolken	58
XXX.	O kom....	60
XXXI.	Meiewei	62
XXXII.	Blonde Zondag	64
XXXIII.	Lenteblauw	66
XXXIV.	In blanke Boot	68
XXXV.	Rivier	70
XXXVI.	Augustusnacht	72
XXXVII.	Paardewed	74
XXXVIII.	Rozenland	76
XXXIX.	Lentestorm	78
XL.	O godeknaap!....	80
XLI.	Lenteschemer	82
XLII.	Voorjaarswind	84
XLIII.	Ik durf niet omzien	86
XLIV.	Wanneer de dagen lengen	89
XLV.	O wil je mij roepen komen....?	92
XLVI.	Kloppen	95
XLVII.	Uw Hand	97
XLVIII.	Hemeldroom	99
XLIX.	Schemering	101
L.	Een Vonk	103
LI.	Angst	105
LII.	Gevangen	107
LIII.	Dennen	109
LIV.	Eenzaamheid	111
LV.	Droom	113
LVI.	Platanen-lanen	115
LVII.	Oude Tuin	117
LVIII.	Schimmen	119
LIX.	Gelijk de bruinverweerde Visscher	121
LX.	Avond	123
LXI.	Wintergracht	125
LXII.	Winterstraat	127
LXIII.	Paard	129
LXIV.	Schimmen	131
LXV.	Grafdroom	134
LXVI.	O laat mij spreken	136
LXVII.	Heimwee	138
LXVIII.	Liefdehanden	140
LXIX.	Nacht	142
LXX.	Allerzielen	144
LXXI.	Herfstdag	148

[pagina 239]

	moederverzen.
LXXII.	Kinder-lijkwagen	150
LXXIII.	Bank in 't Bosch	152
LXXIV.	‘Sidderende Liefde’	154
LXXV.	Winterboomen	156
LXXVI.	Winterdag	158
LXXVII.	Nu wil ik warm	160
LXXVIII.	Ghazel	162
LXXIX.	Roos-van-Jericho	164
LXXX.	Ik droom en weet, ik droom	166
LXXXI.	Asch	168
LXXXII.	'k Weet niet waarom	170
LXXXIII.	Lentekamer	173
LXXXIV.	Winterkamer	176
LXXXV.	In de Laan	178
LXXXVI.	Doodendans	180
LXXXVII.	Bange Nacht	183
LXXXVIII.	Mijn Broeder	185
LXXXIX.	Vonnis	187
XC.	Stygmaten	189
XCI.	Schaduw	191
XCII.	Beker	193
XCIII.	Verrezen Dooden	195
XCIV.	Voor mijn Hond	197
XCV.	De Schim van mijn Hond	199
XCVI.	Vreugdverlangen	202
XCVII.	Zwijgen	204
XCVIII.	Natuur	206
XCIX.	In Beukenschaduw	208
C.	Goden	210
CI.	Vlammend Hart	212
CII.	Troost	214


I.	Beiding	219
II.	Haar Naam	221
III.	Zijn Naam	223
IV.	Moederweelde	225
V.	Wiegelied	227
VI.	O wat zal ik zeggen	229
VII.	Het Kind	231
VIII.	De Kinderlooze	233
IX.	Vergeelde Kleêrtjes	235

Vorige Volgende