Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] LXXI. Herfstdag. Een grauwe vrouw in grijsverweerde lompen Biedt gele en bronzen chrysanthemen veil, Ziekgeel als bleeke zon en bruin als ijl Novemberloof, van de eerste koû gekrompen. Een doode roze omklampt een klammen stijl Van 't villa-hek en logge tuinmansklompen Vertreden ruw haar bladersneeuw. - Den dompen Hemel ontwelt onhoorbaar weene' een wijl. [pagina 149] [p. 149] Als vleugellamme kranke vogels zwerven De bruine blaadren door de grijze lucht En vallen moe in welkend gras, hun verven Vermengd er mede, met een zwakken zucht. Droef roept een raaf - en ál nu ademt sterven. - Lief, open de armen, dat 'k er warm in vlucht. Vorige Volgende