Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] LXIX. Nacht. O lief! ik luister naar uw ademhalen En voel mijn hart zijn bangen klop versnellen En uit mijn wezen dauw van weedom wellen En warme dropplen langs mijn wangen dalen. Ontwaak nu, lief! Ik wou je een sprook vertellen, Van roze-aromen en van manestralen, Een mooie sprook vol zang van nachtegalen En zwevedans van elfen en kapellen. [pagina 143] [p. 143] Slaap niet zóo lang! Laat me in uw arm vergeten Het droeve doel, waarheen elk ademhalen Ons naderbrengt: dan word ik ruw gereten Uit de armen van mijn lief. - Ik las verhalen Van eeuwig weerzien, maar de waarheid weten Alleen de dooden, wie de woorden falen. Vorige Volgende