Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] XXXII. Blonde Zondag. Een blonde jongen brengt, in blond-bezonde straat, Een blonden korf, waar crocus en jonquille in gelen En blonde kindre', in lichte lentekleeren, spelen En zinge' een lenteliedje in blije trippelmaat. Door 'n open venster hoor ik hoog en vroolijk kweelen Een zonnigblonde vogel - 't koopren kooitje staat In geel van tulpe' - een verre trambel helder slaat De blauwe lucht, waar witte wolkjes in fluweelen. [pagina 65] [p. 65] Hel-zilver tinkelt - wèg al wentelt vlug het wiel - Een fietsbel - fel-verblindend flikkeren de spaken. Goud blinkt de strooien hoed, waarop het zonlicht viel. Dan komt de Zondagsstilt' weer vrede en wijding maken Van 't blije speelgekweel, waar meisje- en vogelziel Rein-onbewust den blauwen hemel mee genaken. Vorige Volgende