Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] XX. Ziel in Mei. Wen lentesneeuw van anemonen viel In 't blijde bosch, waar 't vleiewindje kust De blonde knoppe' en wiegt, in luwen lust, De blaadjes klein, wie 't wonder weer geviel; Wen de aard bloeit óp, na kille dooderust En Meizon góudvonkt, als een wentlend wiel, In blauwe hemelvelden, voelt mijn ziel Zich bang gevangen op vijand'ge kust. [pagina 41] [p. 41] Zij zat wel eenzaam bij den vreemden haard, Verbannen kind, princesje uit Droomenland, Gelaten neurend liedjes, trouw bewaard. Nu wil zij vluchten, heimwee-overmand, Door elke zinnepoort, in wilde vaart - En kreunt van wóndslaan aan den kerkerwand. Vorige Volgende